EPD nog een brug te ver voor zorg
Een landelijk elektronisch patiëntendossier is op zich een goed idee, maar de gezondheidszorg is nog lang niet klaar voor de invoering ervan, stelt Wilco Bloed. Hij reageert op het artikel ”Elektronisch dossier onmisbaar in zorg” van prof. dr. Maarten J. Verkerk (RD van dinsdag).
In zijn lezenswaardige artikel noemt Maarten Verkerk diverse argumenten en overwegingen om het landelijk elektronisch patiëntendossier (EPD) in te voeren. Bij enkele passages wil ik echter kritische kanttekeningen plaatsen.Prof. Verkerk begint met een voorbeeld waarin het EPD zijn dienst zou kunnen bewijzen. Hij noemt zijn ervaring in een instelling waarin er twee dossiers bestaan, namelijk in het psychiatrisch ziekenhuis en in het wijkcentrum waarin een gedeelte van de behandeling plaatsvindt. Dat dit tot fouten en inefficiënt werken leidt, staat natuurlijk buiten kijf.
Echter, de oplossing voor het geschetste probleem ligt mijns inziens niet in invoering van een landelijk EPD, maar allereerst in het digitaliseren en onderling uitwisselbaar maken van dossiers. Op dit moment maken veel ziekenhuizen en instellingen nog steeds gebruik van handgeschreven dossiers. Dit leidt tot veel inefficiëntie.
In Urk hebben we bijvoorbeeld de keuze uit verschillende ziekenhuizen in de omtrek. Voor routineonderzoeken zoals bloedafname en röntgenfoto’s verwijzen we naar het dichtstbijzijnde ziekenhuis. Als verdere behandeling noodzakelijk is, kan het zijn dat de patiënt in goed overleg kiest voor een ander ziekenhuis.
Onlangs werd ik geconfronteerd met een patiënt die contant moest betalen voor het beschikbaar krijgen van al gemaakte foto’s in het dichtstbijzijnde ziekenhuis. De foto’s waren nodig voor de specialist in een ander ziekenhuis. De patiënt zag hiervan af en de foto’s werden opnieuw gemaakt in het andere ziekenhuis.
Een dergelijke gang van zaken is eerder regel dan uitzondering, zo is mijn ervaring. Er is dus al een eerste grote slag te slaan door medische gegevens die op dit moment digitaal beschikbaar zijn onderling uitwisselbaar en betrouwbaar toegankelijk te maken voor partijen buiten het ziekenhuis.
De huisartsenzorg heeft al jaren een voorsprong in het digitaliseren van medische gegevens. Bij proeven voor het EPD elders in het land traden zelfs bij volledig digitaal gevoerde huisartsen- en apothekersdossiers talloze technische problemen en storingen op. Voordat de stap naar een landelijk EPD gemaakt wordt, moet er dus eerst voor gezorgd worden dat betrouwbare onderlinge uitwisseling technisch mogelijk is.
Fundament
Verder stelt prof. Verkerk dat als je als patiënt de beste behandeling wilt, je ook moet accepteren dat de gegevens in een elektronisch dossier komen te staan dat door verschillende partijen kan worden geraadpleegd. Dit vind ik veel te kort door de bocht. Ik zie juist een tegengestelde ontwikkeling.
Nu al krijg ik vragen om medische gegevens niet in het dossier op te nemen, om te voorkomen dat andere partijen, zoals bedrijfs- en verzekeringsartsen, er inzage in zouden krijgen. Ook is niet ondenkbeeldig dat de patiënt zich niet meer meldt bij de huisarts uit angst dat gegevens bij andere partijen terecht zullen komen.
Ik beaam de zegen van ict voor de gezondheidszorg. Het leidt tot efficiënt werken, het voorkomt fouten. Ook ik zie het belang van een goed werkend EPD. Echter, bij overhaaste invoer van het landelijk EPD dreigt mislukking op voorhand. Een goed bouwwerk is gebaat bij een stevig fundament.
De auteur is huisarts te Urk.