Economie

Huisdieren vaak te jong aangeschaft

Een nest met jonge dieren is leuk, het vertedert en ontroert. Door de hoge aaibaarheidsfactor worden jonge beesten echter vaak te vroeg verkocht. Met als gevolg ontwrichte karakters en ander leed. Veel dieren sterven ook een vroegtijdige, nare dood. „De winkelier of particulier moet ze niet willen leveren, de consument moet ze niet willen kopen.”

Niek Sterk
4 December 2002 11:03Gewijzigd op 13 November 2020 23:59
BARNEVELD - Anneke Vermeulen, voorzitter van het Platform Verantwoord Huisdierenbezit, met een konijn en een ratje in de hand. „De koper realiseert zich niet welke ellende hij aanricht door dieren te wensen die te jong zijn om van de moeder te worden gesc
BARNEVELD - Anneke Vermeulen, voorzitter van het Platform Verantwoord Huisdierenbezit, met een konijn en een ratje in de hand. „De koper realiseert zich niet welke ellende hij aanricht door dieren te wensen die te jong zijn om van de moeder te worden gesc

Kleine huisdieren als cavia’s, konijnen, ratten en fretten zijn erg populair. Elke dierenspeciaalzaak heeft ze in voorraad of kan ze op bestelling leveren. Wat ziet er liever uit dan een jong exemplaar. De kinderen zijn dolenthousiast, de ouders idem. Hoe jonger het diertje, hoe mooier en aandoenlijker het is. De familie valt als een blok voor dat leuke konijntje, die snoezige cavia of dat schattige poesje.

De dieren in speciaalzaken worden hoe langer hoe jonger verkocht, constateert het Platform Verantwoord Huisdierenbezit (PVH) in Barneveld. „Om die reden schreven we over dit onderwerp recent een brief naar de brancheorganisatie van dierenwinkels, Dibevo”, zegt Anneke Vermeulen. Ze is voorzitter van de werkgroep kleine zoogdieren -waaronder konijnen en knaagdieren-, heeft zelf een dierenspeciaalzaak, fokt knaagdieren en is keurmeester op tentoonstellingen.

„Kopers, bijna altijd leken, vragen naar te jonge dieren. Als een handelaar al zou weigeren, dan loopt de klant naar een ander, die ze wél levert. De koper realiseert zich niet welke ellende hij aanricht door te jonge dieren te wensen. Dieren kunnen ziek worden als ze te vroeg worden gespeend, kunnen niet socialiseren omdat ze uit hun familieverband worden gerukt of ze krijgen fout voedsel. Er worden dieren aangeboden die nog volledig van moedermelk afhankelijk zijn. Er zijn gevallen bekend dat door particulieren fretjes werden verkocht waarvan de ogen nog dichtzaten. De koper mocht kiezen: ogen open of ogen dicht.”

Om zulk dierenleed tegen te gaan, stelde een werkgroep van deskundigen van het PVH ooit een adviesrichtlijn op waaraan dierenspeciaalzaken zich zouden moeten houden bij de in- en verkoop van de levende handelswaar. De richtlijn is bijna vijf jaar oud, maar wordt op dit moment weer opgepoetst en onder de aandacht gebracht van handelaar en klant. De minimumleeftijd voor het scheiden van moeder en kinderen is voor een kat acht weken, voor een konijn van een groot ras zeven, een dwergkonijn zes, een cavia vijf en een chinchilla acht. Hamsters, ratten en muizen kunnen vanaf vier weken in de verkoop.

„Bij die leeftijden kunnen de dieren in elk geval zelf eten, is hun afweersysteem voldoende ontwikkeld en vertonen ze geen afwijkend gedrag of stress. Ook de ouderdieren kunnen de scheiding aan. Zelf haal ik bij de caviamoeder altijd eerst de beren (mannetjes) weg en laat de zeugjes nog zeker een week langer bij de moeder.”

Wat de PVH betreurt is dat voor de dierendetailhandelbranche geen eisen van vakbekwaamheid gelden. „Dibevo had die wel, je mocht alleen lid worden als je eraan voldeed, maar na een koerswijziging verviel ooit die eis. Iemand die dieren verkoopt, hoeft in principe niets van zijn levende have te weten. Onze lobby is er nu op gericht die eisen weer ingevoerd te krijgen”, zegt Dibevo-woordvoerder R. Bronkhorst, „maar de overheid propageert vrijheid-blijheid bij dit onderwerp.”

Het foute verschijnsel dat mensen bij de aanschaf van een kooi gratis een dier mogen uitzoeken -wat is een dierenleven dan waard?- is volgens de cadeauwetgeving verboden, zegt Vermeulen. „Maar als je een dier verkoopt, mag je wel korting geven op de kooi.”

Wellicht dat de Garantiewet zoals die op 1 januari 2003 van kracht wordt enig soelaas biedt in het geval van de handel in te jonge dieren. „Vanaf die datum zit op alle aankopen van burgers zes maanden garantie. De handel in het algemeen, maar ook zeker de dierenhandel, zal de deskundigheid moeten hebben om uit te vinden of de ziekte of dood van het dier al dan niet aan de verzorging door de klant heeft gelegen. Anders moet voor elk dier dat binnen een halfjaar dood gaat straks een nieuw worden geleverd. Wellicht dat van die vreemde prikkel in dit geval toch een goede werking uitgaat.”

De particulier dient zich te realiseren dat hij geen te jong dier moet kopen, zegt Vermeulen. „Bovendien kunnen dieren die wat ouder zijn beter tegen een stootje. Als jonge kinderen met dieren spelen, gaat dat wel eens wat onhandig. Een ouder dier kan daar beter tegen. Het is vaak ook wat rustiger in de omgang.”

Als het principe ”Bezint eer ge begint” érgens opgaat, dan wel bij de aanschaf van een huisdier. Vermeulen: „Ik zeg altijd: Benader de koop rationeel. Natuurlijk komt bij de omgang met de dieren vaak een emotionele band tot stand, prachtig. Emoties mogen echter bij de aanschaf per se geen rol spelen. Als je er niet 100 procent achter staat, doe het dan niet. Mensen moeten dieren vooral als dieren blijven zien. Je ziet op dit moment vaak dat ze worden vermenselijkt. Dat moet niet. Potentiële kopers moeten informatie verzamelen, dan afwegen en pas daarna eventueel een verantwoorde en rationele aanschaf doen.”

Is ongeveer bekend hoeveel honden en katten er in Nederland zijn, over het aantal kleine huisdieren in de categorie konijnen, cavia’s en fretten valt geen zinnig woord te zeggen. „Opvallend is wel dat in Nederland heel veel dieren in huis leven. Ze worden beschouwd als maatje, als kameraadje. Daarmee is op zichzelf niets mis, integendeel. Uit allerlei onderzoek blijkt dat het voor mensen heel gezond is om met dieren om te gaan. Maar dat mag natuurlijk nooit ten koste gaan van het dier.”

Helaas is de controle op handelswaar in dierenwinkels op dit moment bijna geheel afwezig. „Ik krijg in mijn winkel ooit wel eens een agent die controleert op de aanwezigheid van verboden soorten, maar dat is dan ook alles. Van controle bij particulieren is helemaal geen sprake.”

Ook voor mensen die fokken met kleine huisdieren heeft Vermeulen een advies. „Kijk voor je eraan begint naar de afzettijd en of er adressen zijn waar je de dieren kwijt kunt. Als mensen in juli of augustus aankomen met jonge cavia’s of een nestje konijnen, moet ik ze teleurstellen, want iedereen is of gaat op vakantie. Het is wel gebeurd dat ik de jonge woestijnratjes door de brievenbus in de winkel kreeg. Dat is natuurlijk dieronwaardig.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer