Binnenland

Met elkaar aan de bar in een zelfgebouwde keet

Gedempt klinken de zware tonen van popmuziek over het erf. Het is aardedonker in het buitengebied van Lunteren. Het enige licht komt van een tl-buis bij een boerenschuur. Als de deur opengaat, neemt het geluidsvolume toe. In de donkere ruimte flikkert een discolamp onophoudelijk. Aan de bar zitten vijftien jongens. De herrie maakt een normaal gesprek onmogelijk.

4 December 2002 10:20Gewijzigd op 13 November 2020 23:59
LUNTEREN - Jongeren in een eigengebouwde keet aan de Kattenbroekerweg tussen Lunteren en De Valk. „Dit is de rustigste keet uit de buurt. Alleen de buurman klaagt wat over brommeroverlast.” - Foto RD, Anton Dommerholt
LUNTEREN - Jongeren in een eigengebouwde keet aan de Kattenbroekerweg tussen Lunteren en De Valk. „Dit is de rustigste keet uit de buurt. Alleen de buurman klaagt wat over brommeroverlast.” - Foto RD, Anton Dommerholt

Ze zijn er in soorten en maten, staan vaak verscholen achter de boerderij en hebben een aantrekkingskracht als een magneet. De keten in het landelijk gebied tussen Ede en Barneveld worden op doordeweekse avonden en in het weekend druk bezocht. Tientallen jongeren zoeken er hun vertier, weg van onder het ouderlijk toezicht. Ze praten wat, drinken een biertje, luisteren popmuziek en kijken film.

Hoewel het de jeugd van de straat houdt, is niet iedereen blij met het verschijnsel. Sommige ouders houden hun hart vast als hun kind naar de keet gaat. Anderen weten er niet van af en denken dat hun zoon of dochter bij vrienden zit. Maar ze zouden hun kind persoonlijk gaan halen als ze wisten wat dat inhield. Toch is er ook een categorie die de puberende jeugd haar gang laat gaan. Op veel plaatsen staan ouders toe dat kinderen op het erf van hun boerderij een keet bouwen. De ene keet is het toneel van een complete discotheek, de ander lijkt meer op een wekelijks terugkerend examenfeestje.

Een van de keten ligt aan de Kattenbroekerweg bij Lunteren. Op bijna iedere avond van de week komen daar jongeren samen. In het weekend, op vrijdag- en zaterdagavond, is het er het drukst. De groep bestaat uit zo’n dertig tot veertig personen, voornamelijk jongens tussen de 15 en 22 jaar. Een groot deel heeft een kerkelijke achtergrond. De keet is voor hen een manier van leven. „We vinden het gezellig. Iedereen kent elkaar en het houdt je van de straat.”

Tussen de dreunende muziek door proberen de jongeren uit te leggen wat hen zo boeit aan de keet. „Dit is gezelliger dan een disco”, zegt een van hen. Een ander: „Je kunt naar de jeugdvereniging gaan, maar daar zitten alleen maar watjes.” Een deel van de keetbezoekers moet om twaalf uur thuis zijn, anderen gaan daarna pas ’echt’ uit naar de professionele horeca.

De uitgaansgewoonten staan in schril contrast met wat de jongeren ’s zondags in de kerk horen. Henri (18): „Je hoort iedere dag de waarschuwingen. Thuis wordt dagelijks uit de Bijbel gelezen. Je hoort het, het doet je wat, maar de indruk ebt al snel weer weg.” „In de keet kun je niet over zaken van de eeuwigheid praten”, vult een ander aan. „De groep, de keiharde muziek: ze schuren alle tegenwerpingen weg. Thuis is het bovendien ook maar saai. En je ouders worden je gauw zat als je met een verveeld gezicht op de bank zit. Dit trekt gewoon enorm.” Henri, wijzend op deur met seksueel getinte teksten en afbeeldingen: „Die gaat eruit. Is aan vervanging toe. Zijn we meteen ook van die teksten af.”

Dat jongeren een avond gezellig samen zijn is voor bijna niemand een probleem, denkt het Edese CDA-raadslid C. Knopperts. Met de overlast die door sommige keten wordt veroorzaakt, heeft hij meer moeite. Aanvankelijk zag hij het als een uit de hand gelopen stuk lokale folklore. Kortgeleden stelde hij de problemen echter aan de kaak. „Naarmate ik er meer over te weten kwam, kreeg ik er meer moeite mee. Ik heb mensen gesproken die veel overlast hebben van de keiharde muziek, jongeren die buiten lawaai maken of met brommers en auto’s midden in de nacht vol gas langs scheuren.”

Dat hun keet overlast veroorzaakt, kunnen de jongens niet ontkennen. Maar een kniesoor die daarop let, vindt de 20-jarige Daan. „Dit is de rustigste keet uit de omgeving. Alleen de buurman is een aparte. Die klaagt over brommers enzo. Maar ik kan je verzekeren dat het helemaal uit de hand loopt als ze de keten sluiten. Dan staat er een paar honderd man op straat.”

Mellis (19) heeft onlangs met enkele andere keetjongeren een gesprek gehad met burgemeester Robbertsen van Ede. Dat heeft er in elk geval toe geleid dat de keten beter worden geïsoleerd. Raadslid Knopperts reageert tevreden. „De gemeente moet haar taak weten in het beperken van de overlast. Maar dat is niet het enige. Je moet je ook de vraag stellen hoe jongeren hun tijd besteden en of je daar als gemeente genoeg aan doet. Blijkbaar spreekt bijvoorbeeld een trefcentrum niet aan, maar er is kennelijk geen alternatief waar de jongeren wél willen komen.”

De CDA’er denkt dat er wat dat betreft ook een taak ligt voor de kerken. „Een groot deel van de jeugd die de keten bezoekt, heeft een christelijke achtergrond. Ik wil dan ook graag in gesprek met de kerken om te onderzoeken of we als gemeente en kerk samen hierin onze verantwoordelijkheid kunnen nemen om een alternatief te bieden.”

De Lunterense gebiedsagent B. Grootes kent het probleem van de overlast die de keten veroorzaken. Maar in lang niet alle gevallen kan de politie er iets tegen ondernemen, zegt hij. „Het zijn besloten feestjes op privé-gebied. Wij kunnen pas optreden als er op de openbare weg iets gebeurt.” Met alcohol- en snelheidscontroles in de buurt probeert de politie daarom op te treden. „De jeugd rijdt per definitie veel te hard, het buitengebied is echt een racebaan.” Daarnaast probeert de gebiedsagent een vinger aan de pols te houden door regelmatig zijn gezicht te laten zien. „Voorzover de locaties van de keten bekend zijn, ga ik erheen.”

Volgens Grootes is er een groot aantal keten dat nauwelijks overlast veroorzaakt. Hij denkt dat dat mede te maken heeft met het toezicht door bijvoorbeeld ouders. „Er zijn er genoeg die direct optreden als het uit de hand dreigt te lopen.”

Een ander punt is de brandveiligheid. Volgens woordvoerder Nico de Gouw van de gemeente Ede is die door de brandweer onderzocht. Met de resultaten komt Ede half januari naar buiten. Tot die tijd overlegt ze nog over de manier van omgaan met de keten. Nu al staat vast dat het niet eenvoudig is om op te treden, aldus De Gouw. „Meestal gaat het niet om een commercieel horecabedrijf. Pas als dat het geval is, kun je optreden. Tegen een feestje bij een boerderij kun je gewoon weinig ondernemen.”

Hoewel een deel van de jeugd zich afzet tegen hun ouders en de kerk, betekent dat niet dat er een generatie verloren gaat, zegt ds. C. Hogchem, predikant van de gereformeerde gemeente in Barneveld. Een deel van de jongeren uit zijn gemeente bezoekt de keten. „Een minderheid”, aldus de voorganger. „Ik kan me vergissen, maar ik heb de indruk dat de grootste groep toch kerkelijk meeleeft. Volgens mij is het een puberteitsverschijnsel.”

De Barneveldse predikant meent dat vermanen alléén niet de goede aanpak is voor de uitgaande jeugd. „Ik wil handelen vanuit de bewogenheid met en de zorg over jongeren. Je zou ze allemaal wel willen vasthouden.” Voor ds. Hogchem betekent het niet dat hij de ernst van de zondige levenswandel van jongeren wil afzwakken. „Ik waarschuw regelmatig. In preken zeg ik wel: „Als Jezus bij je komt in de keet, kun je dan voor Hem verschijnen?” Soms blijkt dan toch het geweten te spreken. Er zijn er die door Gods kracht worden teruggebracht.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer