Leeg zwembad wegens gehandicapt kind
Een echtpaar verblijft met het gezin op een bungalowpark. Op een dag gaan ze naar het subtropisch zwembad. Daar is het bomvol en gezellig. Tot het moment waarop de ouders hun kind in het zwembad hijsen. Steeds meer mensen verlaten het water…, uit afkeer van een kind met een handicap.
Dit voorbeeld van discriminatie maakt duidelijk dat het Europees Jaar van mensen met een handicap hard nodig is, stelde voorzitter J. Troost van de Chronisch Zieken- en Gehandicaptenraad dinsdag. „Deze schokkende ervaring is geen voorbeeld van dertig jaar geleden, maar een recente gebeurtenis.”
Dinsdag ging in de Jaarsbeurshallen het Europees Jaar van mensen met een handicap van start. Het ging gepaard met een gebruikelijke show. Na een paar woorden van demissionair staatssecretaris C. Ross-van Dorp werd het geluid weggedraaid. Zij moest plaatsmaken voor zwartepieten en voor sinterklaas, die per touw abseilde.
Die keuze hadden de organisatoren niet alleen gemaakt op basis van de tijd van het jaar. Ze hadden alle 496 Nederlandse gemeenten aangeschreven om in 2002 ook een ’rolstoel-Piet’ mee te laten doen. Het resultaat was voor het comité teleurstellend. Slechts tien gemeenten schakelden rolstoel-Pieten in.
Sommige gemeenten reageerden „stuitend”, zei Ross toen ze eindelijk weer het woord terugkreeg. „Nog even en we hebben een stotter-Piet of een homo-Sint, schreef een gemeente.” En: „Het sinterklaasfeest moet een kinderfeest blijven. Daar horen dus geen politiek correcte ’zeurpieten’, laat staan ’zielenpieten’ bij.” Of: „We kunnen geen rolstoel-Piet verwelkomen want onze straten zijn niet toegankelijk.”
Deze letterlijke en figuurlijke drempels wil het Nationaal Comité voor het Europees Jaar van mensen met een handicap wegnemen. Een jaar lang zullen de 301 lokale comités initiatieven ontplooien. Doel is het contact tussen mensen met en zonder handicap te versterken en verbeteren, te vechten tegen vooroordelen en aandacht te vragen voor maatschappelijke rechten en toegankelijkheid van voorzieningen. Of om, zoals sinterklaas dat zei, te laten zien dat mensen met een lichamelijke, verstandelijke of psychische functiebeperking „Pieten met iets extra’s zijn.” Om dat te bewijzen, liet hij een zwartepiet met rolstoel en al van 7 meter hoogte naar beneden zakken.
Voorzitter Troost van de CG-Raad, zelf rolstoeler, was aanmerkelijk feller. Hij riep de mensen met een handicap ertoe op actief te zijn. „Wanneer we zo’n discriminatie zoals in het zwembad als ouders accepteren, zijn we geen knip voor de neus waard. We moeten ervoor zorgen dat de apartheid verdwijnt, om te beginnen in onze eigen woonplaats.”
Troost, lid van het nationaal comité, gaf voorbeelden van „gehandicaptenassertiviteit.” „Als een café niet toegankelijk is, mist de kroegbaas vier klanten, want ik kom met drie vrienden. We moeten ons laten zien op politieke bijeenkomsten. Als daar een dove is, moeten partijen zorgen voor een doventolk. Zij dienen ervoor te zorgen dat hun partijprogramma in braille verschijnt. Ik wil die atletiekbaan die iedereen kan gebruiken. Ik wil dat ene loket bij de gemeenten. Ga naar die ene horecagelegenheid die wel een toilet voor iedereen heeft.”
De CG-Raad-voorzitter zei te hopen op een „jaar van oogsten” en riep in proletarische taal op tot eenheid. „Wij moeten zelf de apartheid doorbreken. Laat je zien. We verbreken de kettingen. We moeten zeggen: Hier staan we, jullie kunnen niet om ons heen. Wij laten ons niet meer tillen. Blinden eisen brailleschrift. Doven eisen gebarentaal, ook in de Tweede Kamer. Soms is het onzin wat ze daar spreken, maar je moet wel weten dat het onzin is. Als we dit jaar de ommekeer niet bereiken, bereiken we die nooit.”
Woorden die de voorzitter van het nationaal comité, burgemeester J. Cohen van Amsterdam, op het lijf geschreven staan. Cohen -zijn vrouw is wegens multiple sclerose aan een rolstoel gebonden- benadrukte dat 2003 niet het jaar van het nationaal comité moet worden, maar het jaar van mensen met een handicap. „Laat 2003 het jaar van de ontschotting worden, om maar eens een woord uit het Haagse jargon te gebruiken. Laten we meer de nadruk leggen op wat bindt dan op wat scheidt.”