In de ochtend van 28 mei vond op de Hoofdweg in Hoofddorp een schietpartij plaats op het erf van een boerderij waar de 51-jarige verdachte M.B. uit Amsterdam werkzaam was. Hij zou zijn bedreigd en een groep Joegoslaven hebben gevraagd hem te beschermen bij een ontmoeting met andere Marokkanen. Het ging vermoedelijk om drugsgelden. De officier eiste vier jaar cel tegen B. vanwege poging tot moord in vereniging.

Bij de boerderij kwam het tot een treffen. Twee Joegoslaven schoten op de Marokkanen, die wegvluchtten. De politie heeft later twee Marokkanen, de 38-jarige M.K. en de 29-jarige C.B. aangehouden vanwege de afpersing. Beiden komen uit Leiden. Tegen K. en B. eiste de officier twee jaar celstraf voor afpersing en verboden wapenbezit.

Een van de Marokkanen kreeg een schotwond in zijn been. Het openbaar ministerie vermoedt dat twee andere Marokkanen die bij de zaak waren betrokken zijn gevlucht naar hun vaderland.

Vier Joegoslaven, de 27-jarige D.D., de 26-jarige G.B., de 27-jarige J.B. en de 28-jarige L.L. is poging tot moord in vereniging en verboden wapenbezit ten laste gelegd. De officier eiste tegen D. vier jaar cel, tegen G.B. drie jaar, en tegen J.B. en L. acht jaar celstraf. De laatste twee hebben volgens de officier geschoten. De anderen hadden een kleinere rol in het geheel.

De advocaten van de verdachten zeiden dat hun cliënten totaal waren verrast door de schietpartij. Zij zouden hierin verzeild zijn geraakt om te bemiddelen over de financiële problemen, maar niets met de schietpartij of de afpersing te maken hebben. Er zou geen sprake zijn geweest van een vooropgezet plan.

De rechtbank doet 19 december uitspraak.