Volgens Linse blijft het eerder verwachte herstel van de Nederlandse economie voorlopig uit. „De chemische industrie doorstaat de moeilijke tijden desondanks beter dan andere sectoren”, aldus Linse.

Volgend jaar verwacht de VNCI een omzetstijging van 2 tot 2,5 procent. Deze prognose is iets lager dan de verwachting voor heel Europa (3 procent). Het aandeel van de farmaceutische industrie is in Nederland kleiner dan in andere Europese landen. Juist deze sector zal volgend jaar flink groeien, aldus de VNCI.

Vooral in de eerste helft van 2002 was de productie groter dan vorig jaar. De groei vond vooral plaats in de basischemie. Over de eerste drie kwartalen van dit jaar zijn de afzetprijzen gemiddeld fors lager dan in 2001. De VNCI verwacht echter een gunstige ontwikkeling in de laatste maanden.

Het investeringsniveau komt dit jaar uit op 1,8 miljard euro, aldus Linse. Dit is een afname van ongeveer 5 procent ten opzichte van 2001. Het niveau blijft echter hoog, stelt hij. „Hieruit blijkt duidelijk dat de Nederlandse chemische industrie vertrouwen heeft in de toekomst.”

Het ondernemersklimaat in de chemiebranche is verslechterd. De kosten in Europa, vooral in Nederland, stijgen sneller dan buiten Europa. De exportpositie van de chemiesector is volgens Linse niet om over naar huis te schrijven. De oorzaak is de sterke euro, meent de voorzitter. De VNCI verwacht dat de exportwaarde in 2002, vergeleken met vorig jaar, nagenoeg gelijk blijft.

De chemische sector is goed voor 10 procent van de werkgelegenheid in de Nederlandse industrie en voor 30 procent van de onderzoeks- en ontwikkelingsuitgaven.