Bemiddeling Darfur lastig door rivaliteit
De bemiddelingspogingen in Darfur worden ernstig bemoeilijkt door verdeeldheid tussen de verschillende rebellenmilities in de Sudanese regio. Dat hebben bemiddelaars gisteren gezegd.
De etnisch Afrikaanse rebellen die zes jaar geleden in opstand kwamen tegen de door Arabieren geleide overheid zijn nooit verenigd geweest. Maar het afgelopen jaar is de verdeeldheid zo sterk toegenomen dat er nu volgens de Verenigde Naties zo’n dertig verschillende facties zijn.Een aantal leiders van die facties praat niet met bevelhebbers en de Arabische, en Afrikaanse bemiddelaars in het conflict, evenals die van de VN, zeggen dat ze vaak niet weten met wie ze moeten overleggen.
In Qatar, dat graag een voortrekkersrol zou vervullen in de bemiddelingspogingen, staat voor binnenkort een onderhandelingsronde tussen enerzijds verschillende rebellengroeperingen en anderzijds de Sudanese regering gepland. Maar een aantal rebellen wil niet aan de onderhandelingstafel komen, zei het Sudanese ministerie van Buitenlandse Zaken gisteren.
Omdat Qatar „geen gaten wil laten vallen in de onderhandelingen” doordat niet alle rebellenbewegingen aanwezig zijn, zijn de gesprekken voor onbeperkte tijd uitgesteld. Een overleg tussen de bemiddelaars, dat vandaag in Qatar zou plaatsvinden, is eveneens afgelast zonder dat er een nieuwe datum is gekozen.
De internationale druk op de rebellen om met de regering in onderhandeling te treden is sterk toegenomen sinds november. Toen deed de Sudanese president Omar al-Bashir een oproep tot een staakt-het-vuren, waarbij hij beloofde tegemoet te zullen komen aan een aantal belangrijke eisen van de rebellen. De meeste rebellen zijn echter tegen een bestand, zolang de regering de Arabische milities niet ontwapent die de overheid aanhangen en die bekendstaan als janjaweed. In de tussentijd neemt de onderlinge strijd om dominantie tussen de rebellenbewegingen toe.
De beschuldigingen van het Internationaal Strafhof (ICC) in Den Haag aan het adres van Al-Bashir doen de gemoederen onder de rebellen nog verder oplopen. Het ICC beschuldigt Al-Bashir ervan verantwoordelijk te zijn voor een aanslag op vredestroepen in 2007. Bovendien heeft de hoofdaanklager bij het ICC om een arrestatiebevel tegen de Sudanese president gevraagd, omdat hij die verdenkt van genocide. Sommige rebellen denken een goede kans te maken op de macht, indien Al-Bashir van het politieke toneel verdwijnt.
Djibril Bassole, die zowel namens de VN als namens de Afrikaanse Unie bemiddelt legt zich nu toe op pogingen de rebellen toch tot een staakt-het-vuren te bewegen, zo zei hij gisteren.