FNV noemt controle arbeidsomstandigheden lachertje
Ook op de werkvloer moet meer ’blauw’ komen. De controle op veilige en gezonde arbeidsomstandigheden in bedrijven is een lachertje. Dat stelde vice-voorzitster K. Roozemond van de vakcentrale FNV dinsdag tijdens de presentatie van het zogeheten WAO-preventieplan van de vakbeweging in Den Haag.
Bedrijven verkiezen volgens de FNV vaak de kans op een boete voor slechte werkomstandigheden boven het aanbrengen van verbeteringen op de werkplek. Een ondernemer krijgt namelijk gemiddeld maar eens in de dertig jaar een bezoekje van de Arbeidsinspectie, heeft de vakcentrale berekend. Stuit de inspectie vervolgens op een misstand, dan heeft ze bovendien te weinig middelen om in te grijpen.
„Het heeft iets weg van de gedoogsituatie in de horeca van voor de caféramp in Volendam”, aldus Roozemond. Terwijl volgens de FNV juist met betere controle het ziekteverzuim en de jaarlijkse aanwas van nieuwe WAO’ers aanzienlijk beperkt kan worden.
Strengere regels en handhaving op de werkvloer zouden per jaar het aantal nieuwe arbeidsongeschikten zeker met 18.000 kunnen verminderen, ofwel 20 procent. Dat zou een besparing op het aantal uitkeringen opleveren van ruim 200 miljoen euro.
Het ’WAO-preventieplan’, een co-productie van vakcentrale en de FNV-bond Bondgenoten, bevat veertien voorstellen. Zo zou het aantal arbeidsinspecteurs verdubbeld moeten worden en de hoogte van de boetes voor werkgevers vervijfvoudigd.
Een regel die het bedrijfsleven vooral aan de laars lapt, is volgens de FNV het verbod op structureel overwerk. Daarnaast pleit de FNV voor scherpere regels voor langdurig beeldschermwerk, hoge werkdruk en handmatig tillen. De vakorganisatie vindt het vreemd dat tot in detail is vastgelegd hoe om te gaan met gevaarlijke stoffen, terwijl regelmatig veertig kilo tillen geen probleem is volgens de Arbo-wet. „Lage rugklachten is een veel voorkomende diagnose voor instromende WAO’ers”, aldus de FNV.