In lege kibboets afwachten tot geweld voorbij is
Jannie Ades zit in een vrijwel verlaten kibboets. Vanuit haar woonkamer ziet ze Israëlische vliegtuigen vuren op doelen in de Gazastrook. „Voor gezinnen met kinderen is het geen doen om hier te blijven.”
Vannacht was het onrustig, vertelt de in Nederland geboren Ades. De lucht zat vol met straaljagers en helikopters. Keer op keer loeide het alarm. Met haar zoon en dochter poogde ze vergeefs te slapen in de beveiligde ruimte aan hun huis.Het afgelopen jaar bouwden ze die kamer. „Het is een betonnen bunkertje, met muren van 35 centimeter. In mei is onze buurman omgekomen door een raket. Toen wisten we dat we iets moesten doen. Als het goed is, is deze kamer bestand tegen een raket. De schuilkelders zijn te ver weg. Het kost steevast een paar minuten om daar te komen, terwijl we maar 15 seconden hebben.”
Vorige week woensdag vielen er in de omgeving van Kfar Aza zeventig raketten vanuit de Gazastrook. Voor de meeste kibboetsniks was dat het sein uit te wijken. „Van de 120 families zijn er nog zo’n 20 over. Het zijn voornamelijk bejaarden. Met kleine kinderen is het geen doen om de hele dag in huis te zitten.”
Door de leegloop ligt vrijwel alles plat. De scholen zijn dicht, de fabrieken gesloten, en het kleine winkeltje in Kfar Aza gaat alleen af en toe voor een uurtje open. „Gelukkig heb ik nog wel voorraad voor een week”, vertelt Ades.
Anders dan wachten kan ze niet. „Tot het over is. Vooral op de kinderen begint het in te werken. Er hoeft maar een deur dicht te slaan en ze hebben de schrik al te pakken.”
Omdat het de hele ochtend al rustig is, durft ze trouwens weer de huiskamer in te gaan. Maar terwijl ze spreekt, ziet ze hoe Israëlische toestellen schoten lossen in de Gazastrook. „Wat ze onder vuur nemen, weet ik niet. Maar ik zie wel rook en vuur. Ze beginnen weer behoorlijk, zeg. Ze hebben de koffie zeker op.”
De raketten die momenteel vanuit de Gazastrook komen, zijn trouwens gevaarlijker dan voorheen, zegt Ades. „Tot begin dit jaar gebruikte men projectielen van eigen makelij. Nu heeft men raketten uit Iran, die veel verder dragen. Omdat ze de radars omzeilen, gaat er ook geen alarm af. Zodra je er een hoort vallen, moet je snel wegwezen. Het is heel gevaarlijk.”
Ades realiseert zich dat er een paar kilometer verderop, aan de andere kant van de grens, ook moeders met kinderen in spanning zitten. „Dat is zo’n raar gevoel. Zij hebben dezelfde angst dat er deze nacht een eind aan hun leven komt. Zij willen ook liever gewoon in vrede leven. Naar hun werk gaan en daarna in hun tuintje werken. Maar toch, deze mensen hadden misschien iets kunnen doen om te voorkomen dat Hamas aan de macht kwam. En je moet natuurlijk niet in een gebouw gaan wonen waarvan de kelder wordt gebruikt om raketten te maken.”
Jarenlang heeft Jannie Ades gezegd dat de regering moet praten. „Geweld roept geweld op. Toch denk ik dat Israël tijdens het bestand het afgelopen halfjaar alles heeft gedaan dat mogelijk was. En het antwoord waren de zeventig raketten van vorige week. Een andere reactie was niet mogelijk.”