Kind verdrongen door viervoeter
Even kwam het allemaal weer boven, toen ik laatst een stukje zag van de film ”Snuf de hond in oorlogstijd”. Ik rook weer de sfeer van de jongensboeken. Ik zag weer op m’n netvlies die tekening van Tom die opgesloten zit en Snuf via z’n rug door een gat in het dak laat klimmen om hulp te halen. Ik voelde weer even de spanning die je als kind hebt: zou het lukken?
Heerlijk onschuldig, die boeken van Piet Prins. Nou ja, onschuldig… Intussen gaat het wel over oorlogstijd. Dat wordt in de verfilming wel heel erg duidelijk. Eigenlijk wordt met zo’n film een deel van je jongensdroom als een zeepbel doorgeprikt. Kun je als kind ’genieten’ van de spanning van de oorlog in dergelijke boeken, in een film wordt het allemaal te reëel, te echt: er wordt geschopt, geslagen, gestoken, geschoten. Veel te gewelddadig voor kinderen om naar te kijken. Laat ze maar gewoon in de wereld van het boek deze dingen beleven. Die echte, rauwe werkelijkheid komt later wel.Er viel me nog iets op: de vanzelfsprekendheid waarmee het fenomeen hond in dergelijke boeken een volwaardige plaats heeft. In feite is Snuf de hoofdpersoon van de reeks. Net als Sheltie dat is in die andere jongensserie van Piet Prins, en Wolf in de boeken van Jan Postma.
Als jongen ervaar je dat niet als vreemd. Mooi toch, zo’n trouwe viervoeter als makker? Een hond die je bijkans meer waard is dan je liefste broer of je beste vriend? Een dier dat je vergezelt, helpt, redt?
Dat is de jongensboekenwereld. Maar nu de grotemensenwerkelijkheid. Want hoe kom je als niet-hondenbezitter de viervoeter in de praktijk tegen? Gechargeerd: als producent van uitwerpselen en als bedreigend fenomeen voor met name kinderen.
Eerst die uitwerpselen. Het is toch van de zotte dat je als je met je kinderen over straat gaat voortdurend voorovergebogen voorop moet lopen om poepinspectie te houden? Dat je ze bijkans geen kastanjes meer kunt laten zoeken omdat het gras onder de boom vergeven is van de drollen? Dat je zelfs je voortuin niet meer uit kunt lopen zonder te moeten waarschuwen voor ’s honds uitlatingen?
Ik begrijp die Hilversummer wel die onlangs werd aangehouden wegens mishandeling. Toen hij aan kwam rijden, had een hondenbezitter net zijn viervoeter een drol laten leggen voor zijn garage. De Hilversummer eiste dat de eigenaar de poep van z’n hond zou opruimen. Toen deze dat niet direct deed, pakte de man de nog verse hoop en smeerde die uit in het gezicht van het baasje… Wie uiteindelijk de boete kreeg? De Hilversummer: 280 euro. Tja.
Dan de bedreiging die uitgaat van de viervoeter. In het publieke domein lijkt de hond het kind te verdringen. Loop je in het bos, komen er ineens vier joekels van honden op je kinderen afstormen. In de verte nadert het baasje. Of ze niet de taak heeft die honden bij mijn kinderen vandaan te houden? „Hier mogen mijn honden vrij lopen, meneer.” Dat zal waar zijn, maar nooit over nagedacht wat het voor een kind betekent als er ineens zo’n kwartet voor je staat?
Honden hebben de plaats van kinderen ingenomen. Hoeveel mensen willen tegenwoordig onder geen beding een kind, maar houden wel een hond? Driekwart van de Nederlanders verwacht dan ook dat honden over tien jaar vaker als volwaardige gezinsleden worden gezien, zo bleek deze maand uit een onderzoek van TNS NIPO.
Waar je dat aan ziet? Aan het feit dat er steeds meer voedingswaren voor de dieren worden aangeschaft, net als kleding. Daarnaast ’kopen’ eigenaren steeds meer medische behandelingen voor hun zieke huisdier en stijgt het aantal verzekerde dieren.
Dat een hond in een jongensboek de rol van een kameraad of broer speelt, oké. Maar met een maatschappij waarin de hond een familielid wordt en een volwaardig onderdeel van het gezin, is toch iets goed mis.
Reageren aan scribent? beeldenstorm@refdag.nl.