Onkunde
Och, dat dit onze voornaamste zorg was: zalig te sterven. Sterven, in de hoop van in de ure van de dood door de engelen gedragen te worden in Abrahams schoot. Ja, ook om naar het lichaam begraven te worden, in de hoop van een zalige opstanding in de jongste dag. Ik ben bang dat velen geen grond hebben om in Abrahams schoot te komen, of zalig te sterven. Dat zullen zij spoedig weten, als ze zonder zich te bedriegen hun hart en wandel onderzoeken. Het is zeker dat zeer veel mensen dat nooit ernstig overdenken, laat staan dat zij zich erover bekommeren om hier op aarde de zonde af te doen sterven, de oude mens te doden en in Christus begraven te worden. Zonder die dingen is het onmogelijk zalig te sterven, is het onmogelijk om in de hemel, in Abrahams schoot aan te landen. De meeste mensen weten van geen ander leven dan dat van de natuur, dat ze met de redeloze dieren van de aarde gemeen hebben. Spreken we met veel mensen over het geestelijk leven en van dood, zonden en misdaden, daaronder liggen alle mensen vanuit de natuur en daaruit moet men in Christus opstaan tot een nieuw leven. Spreken we daarover, we zouden in hun ogen toeschijnen verkondigers van de vreemde goden te wezen, waarvoor de heidenen Paulus aanzagen toen hij Jezus en de opstanding verkondigde.
Johannes Barueth, predikant te Dordrecht (”De predikende en wonderdoende Christus”, 1754)