Allochtonen veel positiever over integratie
Allochtonen hebben veel meer vertrouwen in het slagen van de integratie dan autochtonen. Terwijl slechts 19 procent van de laatste groep voldoende vertrouwen heeft, is dat bij Turken (in Nederland) 54 procent, bij Marokkanen 50 en bij Surinamers/Antillianen 53 procent.
Dat blijkt uit de Integratie-enquête van Contrast, het weekblad voor de multiculturele samenleving. Resultaten daarvan werden maandag in 2Vandaag gepresenteerd. De enquête, uitgevoerd door onderzoeksbureau NIPO, onderzocht voor het eerst de mening van allochtonen over integratie.
De allochtonen vinden ook dat dat ze voldoende moeite doen om zich aan de Nederlandse samenleving aan te passen in tegenstelling tot de autochtonen. Voor de Marokkanen is dat zelfs 86 procent, voor Surinamers/Antillianen 59 procent en voor Turken 52 procent. Autochtonen zijn slechts voor 22 procent hiervan overtuigd.
Voor autochtonen is aanpassing van de allochtonen aan de Nederlandse normen en waarden de belangrijkste voorwaarde voor integratie (67 procent). Allochtonen denken daar anders over. Voor de Surinamers/Antillianen is dit 40 procent, voor de Turken 22 procent en voor de Marokkanen 21 procent.
De allochtonen vinden beheersing van de Nederlandse taal de belangrijkste voorwaarde voor integratie. Marokkanen 88 procent, Turken 76 procent en Surinamers/Antillianen 73 procent. Van de autochtonen noemt 68 procent dit punt.