Internetten slokt veel vrije tijd op
Nederlanders hebben met 6,3 uur vrije tijd op een doordeweekse dag meer tijd voor zichzelf dan de gemiddelde internettende wereldburger (5,8 uur). Een vijfde deel (19 procent) van deze tijd brengen Nederlanders door op de digitale snelweg.
Dat blijkt uit een gisteren gepubliceerd onderzoek. Vergeleken met de rest van de wereld valt dat nog mee. Het minste vrije tijd hebben de inwoners van Zuid-Korea (4,6 uur), maar zij brengen wel een veel hoger percentage van die tijd door op internet (40 procent). Chinezen spannen wat betreft tijd op internet de kroon met 45 procent van hun vrije tijd.Alleen de Scandinavische landen hebben meer vrije tijd en minder internettijd dan de inwoners van ons land. Dit blijkt uit het onderzoek Digital World, Digital Life, dat door TNS NIPO werd uitgevoerd in zestien landen onder de onlinepopulatie. In totaal zijn 27.522 mensen ondervraagd.
De gemiddelde onlinewereldburger brengt 30 procent van zijn vrije tijd door op internet. Volgens Martin Warmelink, directeur TNS NIPO Technology, zit de gemiddelde Nederlander daar onder, omdat Nederlanders dicht op elkaar wonen. „Ondanks het gegeven dat vriendennetwerken en onlinecommunities als paddenstoelen uit de grond blijven schieten, zien we dat de Nederlander toch het liefst face-to-face communiceert met vrienden. Dat is ook niet zo gek, we wonen immers vaak dicht bij elkaar in de buurt, zodat je makkelijk even bijpraat”, aldus Warmelink.
Nederlanders internetten vooral functioneel. Ook voor vermaak is de Nederlander minder op internet te vinden dan anderen. Opvallend is bijvoorbeeld dat Nederlanders in verhouding heel weinig onlinevideoclips bekijken (32 procent), terwijl 66 procent van de Zweden en 63 procent van de Noren dit af en toe doen.
Van alle onderzochte nationaliteiten nemen Nederlanders het minst vaak een kijkje op pornosites (9 procent). Gemiddeld is dat 18 procent. Duitsers bezoeken dit type site het vaakst: 26 procent van hen heeft de laatste maand naar zo’n webadres gesurft.
Internetbankieren (86 procent) vormt voor Nederlanders de belangrijkste motivatie om online te gaan. Het gebruik van zoekmachines is in 85 procent van de gevallen de reden en het bekijken van nieuws is in 69 procent van de gevallen de reden.