„Gros evangelischen ahistorisch”
„Het gros van de evangelischen is ahistorisch, antidoctrinair en puur op het gevoel gericht. Historische en theologische standpunten worden nauwelijks nog bestudeerd, en wie daarover begint, maakt zich min of meer verdacht. Dan lijkt de oecumene van het hart in gevaar te komen.” Dat zei ds. H. A. Bakker vrijdag in Veenendaal tijdens een studiedag van de Evangelische Bijbel Scholen (EBS) over de puriteinen en hun non-conformisme.
Ds. Bakker, docent aan de EBS en predikant van een vrije baptistengemeente in Katwijk aan Zee, belichtte de relatie tussen de puriteinen, met name Koelman, en de evangelischen. Parallel tussen beide groepen is het accent op de wil. Maar terwijl de puriteinen ervan uitgingen dat de wil van Godswege overmeesterd moet worden, staat bij de huidige evangelicalen de vrije keuzemogelijkheid centraal. Dat is de invloed geweest van Amerikaanse predikers als Finney, Moody en Graham. Tijdens de sterke groeiperiode vanaf de jaren zestig in Nederland waren Amerikaanse organisaties met overwegend arminiaanse denkbeelden bepalend.
Ds. Bakker constateerde in veel evangelische gemeenten een sterke nadruk op de mens en zijn gevoel. Een verschraling van de preek is ervan het gevolg. „Gaat het nog over God, of over de mens? Gaat het nog wel ergens over? Ik ben bezorgd over de ont-woording van de kerk ten gunste van het beeld. Mensen moeten gepakt worden door beelden, maar het verstand blijft onvruchtbaar. De puriteinen volgden de omgekeerde weg: het verstand werd aangesproken en dat moet de wil en het gevoel raken.”
Hij heeft ook zijn zorgen over jongerendiensten. „Natuurlijk mogen jongeren hun geloof op eigen manier beleven. Maar ze maken een keus voor het gevoel, terwijl ze niet weten wat het Evangelie is. ”Uw liefde heb ik lief”, zingt een opwekkingslied. Dan heb je eigenlijk je gevoel lief. Dat is puur narcisme.”
Dr. B. Wentsel, gereformeerd emeritus predikant en dogmaticus, ziet kansen voor het puriteins non-conformisme in de 21e eeuw. Hij stond tijdens zijn lezing onder meer stil bij de prediking van de hel, wat bij Bunyan een grote rol speelde. „Bunyan is er diep door getroffen. Het geweten blijft daar knagen. God vergeeft niet. Zijn zestig geschriften worden erdoor beheerst.”
Maar ook Jezus bracht vaak de hel ter sprake. „Velen hebben hier echter geen oren naar. Zij smeren hun oren dicht met de specie van het ongeloof, herinterpreteren Jezus’ oordeelsprediking als loze dreigementen, of schiften de bedreigingen als inbreng van de auteurs in het verhaal, die nooit door Jezus zouden zijn uitgesproken. De verblinde, verharde, hardhorende wil niet weten van schuld en straf.”
Verder noemde dr. Wentsel de zondagsheiliging ook kenmerkend voor de puriteinen. Hij bepleitte het handhaven van de zondag als gemeenschappelijke rustdag voor christenen, Joden, islamieten en geseculariseerden. „Als we die niet meer gemeenschappelijk hebben, valt de volksgemeenschap nog verder uit elkaar en desintegreren we nog meer.” Verder benadrukte hij de waarde van het gezin (herstel van huisgodsdienst met voorbeden, bijbellezing en zang) en bepleitte hij „een verhoogde paraatheid” van de kennis van koran en islam.
Historicus dr. R. Bisschop gaf vooral een historische inleiding op de puriteinen. Hij zag bij Perkins een wending naar het meer piëtistisch gerichte puritanisme. Perkins was een vernieuwer die vooral de spirituele koers van het puritanisme accentueerde. Verder stond dr. Bisschop stil bij de bijdrage van Amerikaanse puriteinen aan de opbouw van een nieuwe samenleving naar theocratisch model.
Dr. W. van Vlastuin, hervormd predikant in Katwijk aan Zee, belichtte persoon en werk van Rutherford als een voorbeeld van puriteins non-conformisme. Rutherford conformeerde zich alleen aan Christus als Koning. „Deze Koning heeft in zijn hart, in de kerk en in de staat absoluut gezag. Dat heeft hem in zijn geloofsovertuiging staande gehouden, ook toen het door de diepten heenging.”