„Christelijke ouders niet actief op school”
Veel ouders vinden het een goed idee dat de overheid ernaar streeft hen te betrekken bij activiteiten van de school van hun kinderen. Er is echter ook een groep ouders -veelal orthodox-protestants- die zich bewust aan deze ontwikkeling wil onttrekken. Die ouders willen vasthouden aan de ’traditionele’ taakverdeling tussen school en gezin.
Dat is een van de conclusies die het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) trekt in het zaterdag gepubliceerde rapport ”Ouders bij de les”. Het SCP heeft onderzoek gedaan naar de betrokkenheid van ouders bij de school van hun kind. Aanleiding is het streven van de regering om zich terughoudender op te stellen in het onderwijs en ouders een grotere rol te geven. Meer invloed van ouders zou de kwaliteit van het onderwijs ten goede komen.
De betrokkenheid van ouders bij de school van hun kind is in het algemeen groot. Het verschilt wel per onderwijsfase, geslacht en achtergrond van de ouders. Zo zit in het basisonderwijs een op de tien ouders in de ouderraad, de medezeggenschapsraad of het schoolbestuur. De helft van hen doet mee aan allerlei schoolactiviteiten. In het voortgezet onderwijs is 3 procent van de ouders lid van een schoolorgaan en 7 procent betrokken bij schoolactiviteiten.
Een belangrijke reden voor dit grote verschil is dat in het basisonderwijs de ouders nog als mededeskundige naast de leerkracht kunnen staan, terwijl dat in het voortgezet onderwijs veel minder goed mogelijk is, aldus het SCP.
Ouders met een hoger inkomen, een niet-gelovige levenshouding en een voorkeur voor algemeen bijzonder onderwijs zijn het actiefst op de school van hun kind. Ouders van wie het kind op een reformatorische of gereformeerd vrijgemaakte school zit, lijken minder vaak in te springen bij bijzondere activiteiten dan ouders van wie het kind op een andere soort school zit. Een mogelijke verklaring daarvoor zoekt het SCP in het feit dat gereformeerde ouders juist meer doen aan andere activiteiten, buiten het onderwijs in de klas, het overblijven en de naschoolse opvang.
Christelijke ouders onderscheiden zich verder van andere ouders doordat er in deze groep naar verhouding veel vaders lid zijn van een schoolorgaan. Gereformeerde ouders die een kind in het protestants-christelijke onderwijs hebben, participeren vaak in een schoolorgaan; ouders met een kind op een orthodox-protestantse school, doen dit daarentegen nauwelijks.
Het onderwijsbeleid van de overheid is gericht op de vorming van aparte overlegorganen voor ouders en personeel in het voortgezet onderwijs, ter vervanging van de bestaande medezeggenschapsraad. Dit beleid wordt niet gesteund door de ouders: minder dan een op de tien ouders is voorstander van aparte inspraakorganen.
Scholen kampen steeds vaker met zowel onverwachte als structurele lesuitval. Protestants-christelijke en reformatorische basisscholen doen het in dit opzicht echter heel goed. Daar vallen respectievelijk gemiddeld 0,1 en 0,2 dagen per maand uit.
Volgens het SCP is de bereidheid onder ouders om jaarlijks meer geld aan de ouderbijdrage te besteden groot. Uit het onderzoek blijkt ook dat een aanzienlijk deel van de ouders er niet van op de hoogte is dat de bijdrage vrijwillig is.