Peil IJsselmeer stijgt mee met zeespiegel
Het kabinet besluit in 2015 definitief wat het maximumwaterpeil in het IJsselmeer zal worden. Het water in het meer stijgt voorlopig geleidelijk met de rijzende zeespiegel mee, tot maximaal 1,5 meter hoger dan nu.
Dat staat in het Nationale Waterplan dat staatssecretaris Huizinga van Verkeer en Waterstaat donderdag naar de Kamer heeft gestuurd.Het waterplan concretiseert de Watervisie die Huizinga vorig jaar heeft gepresenteerd en is onder meer gestoeld op het rapport van de commissie-Veerman. Veerman stelt daarin dat Nederland in de toekomst steeds meer behoefte heeft aan zoet water. Het IJsselmeer moet daarom meer dan nu gaan fungeren als zoetwaterbassin. Door het water in het meer geleidelijk te laten stijgen, blijft het voorlopig mogelijk om overtollig water te spuien in de Waddenzee.
Het nieuwe waterveiligheidsbeleid dat Huizinga voorstaat, kent drie doelen: overstromingen voorkomen, de beschikbare ruimte duurzaam inrichten en een betere voorbereiding op eventuele overstromingen. Daartoe wordt zeker elke vier jaar een rampenoefening georganiseerd.
Nieuwe veiligheidsnormen voor dijken komen in 2011. Die normen garanderen iedereen een zekere basisveiligheid. Bij het bepalen van de normen wordt het risico op dodelijke slachtoffers bij een waterramp meegewogen.
In het Waterplan zijn verder twee gebieden, voor de Zeeuwse kust bij Borssele en bij IJmuiden, bestemd voor de bouw van windmolenparken. Ook worden twee zogeheten zoekgebieden benoemd dichter bij de kust, waarbinnen eind volgend jaar nog eens een aantal windgebieden moeten worden aangewezen (Hoek van Holland en Texel). De windmolenparken op zee moeten in 2020 ruim 6000 Megawatt aan windenergie gaan opleveren. Visserij of natuurbescherming blijft mogelijk. Ook de aanvoer van zand voor kustbescherming is verzekerd.
Het kabinet komt in 2009 met een Deltawet waarin de voorstellen van de commissie-Veerman nader worden uitgewerkt en van een financiering worden voorzien.