Bekend is dat het kabinet zelf niets ziet in een referendum over de EU-uitbreiding met tien landen uit Midden- en Oost-Europa. Maar onder druk van een kamermeerderheid is het op zoek gegaan naar de technische mogelijkheden van het organiseren van zo’n referendum.

Resultaat van die zoektocht is dat zowel de tijd voor een raadplegend referendum (voor de beslissing van regering en parlement), als voor een correctief referendum (na die beslissing) tekort is. Nederland zou zich in Europa een onbetrouwbare partner tonen door de zaken op te rekken, stelde premier Balkenende vrijdagmiddag.

Volgens D66-leider De Graaf is het slechts onwil dat de premier en zijn collega’s in het kabinet drijft. Volgens hem is er bijna een jaar de tijd om een referendum te houden.