„Gemeente merkt zwerfjongere niet op”
Gemeenten laten de herkomst van zwerfjongeren te zwaar meewegen bij het financieren van hulpverlening. Voor de hulp aan jongeren buiten hun eigen gemeente houden zij de hand op de knip.
Dat stelt teamleider D. Prijs van de particuliere crisisopvang voor zwerfjongeren De Passant in de gemeente Zaanstad, in reactie op het donderdag verschenen rapport van de Algemene Rekenkamer. Daarin wordt geconstateerd dat de hulp aan zwerfjongeren, na jaren van overleg en geharrewar over exacte cijfers, eindelijk voorzichtig in beweging komt.Klopt, zegt Prijs, „maar qua financiering moeten er nog flinke slagen worden gemaakt. Crisisopvang en reguliere zorg aan zwerfjongeren boven de 18 jaar vallen onder de Wet maatschappelijke ondersteuning en dus onder de gemeenten. Daarvan zijn ze zich nog te weinig bewust. Onder andere blijkt dat uit hun terughoudendheid om hulp aan zwerfjongeren buiten hun eigen gemeente te financieren. Een zwerfjongere houdt zich niet aan een gemeentegrens.”
In toenemende mate slaan hulpinstanties de handen ineen, constateert de Rekenkamer. Prijs: „Voor de Zaanstreek klopt dat, al is er nog wel een aantal hordes te nemen. De hulp aan crisisjongeren is van een andere aard dan de hulp aan meer zelfredzame jongeren.”
Effectieve hulp is belangrijk, maar er is meer, onderstreept Prijs. „Wat dacht je van de hoeveelheid beschikbare huurwoningen? Begeleid woontrajecten zijn altijd tijdelijk. Waar moeten de uitstromende jongeren heen?”
Woordvoerster H. Masuger van Stichting Zwerfjongeren Nederland prijst vooral de inspanningen van de ministeries VWS en Jeugd en Gezin. „Zij pakken de thematiek rond zwerfjongeren serieus op. Spijtig genoeg hebben zij maar weinig dwangmiddelen jegens gemeenten. Daar is wel enige beweging waar te nemen, maar dat is het dan wel.”
Gemeenten moeten zich niet beperken tot hun wettelijke taak om zorg te dragen voor zwerfjongeren boven de 18, stelt Masuger. „Ze moeten ook hun verantwoordelijkheid nemen voor jongeren onder de 18 die bij Bureau Jeugdzorg op de wachtlijst staan. Het probleem is dat zwerfjongeren vaak zo onzichtbaar zijn dat gemeenten er te weinig last van hebben. Een serieuze aanpak blijft om die reden te vaak uit.”