Politiek als amusement
Premier Balkenende sprak deze week in de kring van het Genootschap van Hoofdredacteuren zijn verontrusting uit over het feit dat de media in hun politieke berichtgeving steeds oppervlakkiger worden. In hedendaags taalgebruik heet dat de versoaping van de politiek.Als actueel voorbeeld diende de grote aandacht van de media voor het warhoofd Emile Ratelband toen die zich beschikbaar stelde als lijsttrekker van Leefbaar Nederland. Dat was inderdaad gênant. Maar het was juist ook vanwege die verwachte media-aandacht dat de voorzitter van Leefbaar Nederland (een partij die zogezegd op sterven na dood is) met Ratelband op de proppen kwam.
Daarnaast noemde de premier de grote aandacht van de media voor fysiek geweld: in woord maar vooral ook in beeld. Evenzo is er de neiging om meningsverschillen in de politiek te presenteren als conflicten, waarbij de poppetjes belangrijker zijn dan het (soms gecompliceerde) onderwerp waarover het gaat.
Niet alleen bij de populaire media bestaat de tendens om nieuws, en zeker ook politiek nieuws, te brengen als een vorm van amusement. Het moet vooral leuk en spannend zijn. Persoonlijke conflicten (wie vecht wie de tent uit?) zijn dan aantrekkelijker dan diepgravende discussies. Misdaadverslaggeving trekt meer aandacht dan beschouwingen over de ruimtelijke ordening.
Dat is een verschijnsel dat zich ook elders voordoet. De Nederlandse media zijn zeker niet erger dan wat men in andere Europese landen of in de VS tegenkomt. Vanouds waren Nederlandse kranten betrekkelijk serieus in hun berichtgeving, zowel op politiek gebied als ten aanzien van de buitenlandse ontwikkelingen. Maar er is wel wat aan het veranderen.
Ook op godsdienstig gebied zien we de tendens om het Evangelie (of wat daarvoor doorgaat) te presenteren in een amusementsverpakking. Muziek, drama, dans worden daarbij te hulp geroepen om de aandacht van het publiek te trekken.
Politici weten dat journalisten hen kunnen maken en breken. Zeker in verkiezingstijd zijn zij dan ook sterk afhankelijk van de media. Hun imago is immers beslissend. Van belang is niet zozeer wat ze zijn, maar hoe het publiek denkt dat ze zijn. Dat laatste wordt in hoge mate bepaald door de media.
Dat leidt ertoe dat de vraag hoe iemand overkomt (met name op de tv) belangrijker is dan de vraag naar zijn standpunten en bekwaamheden. Vandaar dat Veling het veld moest ruimen als politiek leider van de ChristenUnie. Het punt was niet dat zijn opvattingen botsten met de partijlijn of dat zijn politiek inzicht tekortschoot. Hij was gewoon niet flitsend genoeg. En daarmee was zijn politieke lot bezegeld.
Toch moeten we de macht van de media ook niet overschatten. Balkenende herinnerde er zelf aan dat toen hij pas optrad als politiek leider van het CDA, allerlei negatieve verhalen over hem in de media verschenen. Dat varieerde van zijn kapsel tot zijn politieke onervarenheid.
Hij had zich daar niets van aangetrokken en wist desondanks bij de kiezers in de gunst te komen. Bij het publiek kwam hij over als authentiek, en dat geldt tegenwoordig als een groot pluspunt. Bovendien had hij het tij mee, vanwege de door Fortuyn gestimuleerde afkeer van paars en de roep om politieke vernieuwing.
Overigens roept het mediaoptreden van premier Balkenende in een aantal gevallen ook vragen op, juist als het gaat om het amusementsgehalte van de politiek. Zo maakte hij de afspraak om zich bij de jongerenzender BNN maandelijks te laten interviewen door twee uitdagende dames die bekendstaan om hun ruime moraal op seksueel gebied. Maar wellicht was dat bedoeld om zijn gereformeerde imago wat bij te stellen.