„Nederlandse spelling is een opzoekspel"
Na de laatste twee spellingswijzigingen is de spelling van het Nederlands een opzoekspelletje geworden. Het is meer dan eens een kwestie van gokken welke schrijfwijze de juiste is.
Dat zegt Anneke Neijt, hoogleraar Nederlandse taalkunde aan de Radboud Universiteit in Nijmegen en jurylid van het Groot Dictee der Nederlandse taal. Woensdagavond presenteren Philip Freriks en Martine Tanghe de negentiende editie van de taaloefening, die zoals elk jaar vol valkuilen en onverwachte interpunctie zit.De Nederlandse spelling is er na de laatste wijzigingen in 1995 en 2005 niet logischer op geworden, vindt Neijt. „De belangrijkste eis is dat je de regels moet kunnen uitleggen. Maar daar is de laatste twee keer te weinig rekening mee gehouden", aldus de hoogleraar op de internetpagina van de universiteit.
Volgens Neijt is de herkomst van woorden belangrijker geworden bij het kiezen van de juiste spelling. „Daarbij is vaak voor een gulden middenweg gekozen. Dat is nooit een goede optie, want het valt niet uit te leggen. Ook zijn te veel details geregeld. Dat heeft van het Nederlands een opzoekspelletje gemaakt, waar ook het onderwijs niet mee uit de voeten kan".
Neijt vindt het desondanks leuk in de jury van het Groot Dictee te zitten. Het is ook voor de hoogleraar een uitdaging om te zien of ze „deze moeilijke spelling" foutloos kan schrijven en of ze het aan anderen kan uitleggen.
„Het dictee is een feestelijke wedstrijd, leuk en vol hindernissen", zegt de professor. „Daarnaast blijf ik pleiten voor een spelling die helderder, logischer en beter leerbaar is".