Koop Niets

„Een nieuw product verovert de markt: Niets. Er is veel vraag naar Niets. Miljoenen mensen hebben Niets nodig! Het nieuwe product is nu verkrijgbaar voor een aantrekkelijke prijs: je krijgt Niets voor niets! De toepassingsmogelijkheden zijn legio. Niets geeft ruimte in huis, vraagt geen onderhoud, hoeft niet verzekerd te worden en verbruikt geen energie. Het geeft zelfs energie, want voor Niets gaat de zon op! Niets is beter! Koop Niets.”

Arie Coster
29 November 2002 12:57Gewijzigd op 13 November 2020 23:58

Is bovenstaand citaat afkomstig van een dolgedraaide reclameschrijver die het even niet meer ziet zitten? Niets is minder waar, geeft Dick Verheul, woordvoerder van Omslag, werkplaats voor duurzame ontwikkeling, aan. „Vandaag is het een uitgelezen dag om Niets te kopen omdat het de Internationale Niet Winkel Dag is. Niet dat wij het idee hebben dat consumenten nu massaal uit de winkels wegblijven. Wat wij met deze dag willen bereiken is dat mensen zich bewust worden van hun koopgedrag. Niet alleen vandaag, maar het hele jaar door. Heb ik echt nodig wat ik kopen wil en koop ik wat ik echt nodig heb?”

De Niet Winkel Dag (NWD) is een Canadees initiatief, weet Verheul. „Ted Dave, werkzaam in de reclamewereld, had begin jaren ’90 genoeg van de macht en invloed van grote bedrijven. Hij vroeg zich af waarom zij voorschrijven wat hij kopen moet. Als tegenreactie riep hij in 1992 een Niet Winkel Dag uit. Sindsdien heeft het initiatief wereldwijd vervolg gekregen.”

In Nederland coördineert Omslag deze speciale actiedag. Het oogmerk van de NWD past prima in de doelstelling van Omslag, geeft Verheul aan. „Bewustwording, die staan wij ook voor. Daarom hebben wij het NWD-idee in 1995 opgepikt, een jaar na onze oprichting. Nu geven plaatselijke groepen in een aantal steden en dorpen invulling aan deze actiedag. Ieder jaar worden dat er meer.”

De „spiegelfunctie van de NWD” wordt vandaag op een aantal manieren uitgewerkt, geeft de coördinator aan. „Het is een protest tegen de sociale (hij heeft het, dus moet ik het ook) en commerciële druk (als je ons product niet koopt, lig je er echt uit). Dat laten we hier en daar op een ludieke manier zien.”

Cadeaubonnen
Verheul geeft daarvoor drie manieren aan. „Er zijn plaatselijke groepen die overdreven sketches op straat spelen. Zij vergroten het absurde koopgedrag van menig consument uit en willen op die manier diezelfde consument aan het denken zetten. Een andere manier is aan te geven wat wél kan. Zo worden in sommige plaatsen cadeaubonnen voor immateriële zaken uitgegeven. Wat is er mis met een bon voor tien keer oppassen? Of het aanbod om iemand een maand lang ergens naartoe te rijden?”

De achterliggende gedachte is eenvoudig, licht Verheul toe. „Een cadeau geven is eigenlijk een gebaar. Ten diepste gaat het niet om het cadeau op zich. In negen van de tien gevallen heeft de ontvanger het niet nodig of kan hij het morgen zo zelf kopen. Het gaat dus meer om de symboliek. Die blijft bij een immaterieel cadeau hetzelfde, terwijl er geen ’ongewenste’ producten van eigenaar verwisselen. Met daarachter natuurlijk het verlies van alle energie die het maken en transporteren van dat bewuste cadeau gekost heeft.”

Een derde mogelijkheid is consumenten alternatieven te bieden voor winkelen. „Vaak is een dagje de stad in puur een vorm van recreatie. Waarom dan niet een natuurgebied in?” zo vraagt Verheul zich af. „Dan kunnen de mensen gelijk weer leren kijken. Iets wat ze in de stad, met haar stortvloed aan reclame en andere kijkimpulsen, heel snel afleren. Puur uit een soort lijfsbehoud. Wie alles in de stad wil zien, wordt dol.”

Hollanders
Als winkelalternatief noemt Verheul ook ruilsystemen. „Sommige plaatselijke commissies zetten een marktkraam neer waar mensen boeken of cd’s kunnen ruilen. Voor zo’n ruiling is even een gedachteomslag nodig, maar onze ervaring is dat het wel werkt.”

„Bewustwording, bewustwording, bewustwording.” Verheul kan er niet genoeg op hameren. Langzaam maar zeker ziet hij het tij keren. „Denk nu niet dat wij met onze zuinige volksaard een streepje voor hebben. Dat wordt wel eens gedacht: „Niets kopen of consuminderen is echt iets voor Hollanders.” Als dat zo was, dan zouden er ook Nederlanders in bijvoorbeeld Frankrijk, Australië of Finland wonen. De Niet Winkel Dag is internationaal.”

Meer informatie: www.omslag.nl, www.ddh.nl/nwd en www.koopniets.nl.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer