Ondernemingskamer kritisch over gang van zaken PCM
Het bestuur en de commissarissen van PCM en de Stichting Democratie en Media hebben onzorgvuldig gehandeld rond de verkoop van het belang van PCM aan de Britse durfinvesteerder Apax. Dat concluderen onderzoekers van de Ondernemingskamer van het gerechtshof in Amsterdam in een maandag uitgebracht rapport.
Journalistenvakbond NVJ en FNV Kiem hadden gevraagd om het onderzoek naar het beleid van PCM in de periode 2004–2007.De Ondernemingskamer wijst in het rapport op de cruciale rol van de Stichting Democratie en Media, die het initiatief voor de verkoop van het belang naar zich toe trok.
Daarmee heeft de stichting zich volgens de onderzoekers ’ten onrechte aan het stuur van de onderneming geplaatst’. Het bestuur en de commissarissen hebben dit op hun beurt getolereerd. „Daarmee faalde de corporate governance van PCM in een cruciale fase van haar bestaan", zo concludeert de kamer.
In het rapport schrijven de onderzoekers verder dat de publieke functie van uitgever PCM ’zich slecht verdraagt’ met het besluit om een belang aan de Britse durfinvesteerder Apax te verkopen. In 2007 is de transactie teruggedraaid.
De onderzoekers wijzen er op dat het beloningsbeleid van PCM vragen oproept. De extra bonus van 150.000 euro, die topman Theo Bouwman in april 2006 van uitgever PCM ontving, is volgens hen ten onrechte toegekend.
De risico’s van het opbouwen van een forse schuldpositie zijn ’dikwijls onvoldoende onder ogen gezien’. Dat PCM niet in acute financiële problemen is gekomen, is volgens de Ondernemingskamer te danken aan de kracht van titels van PCM, met name NRC Handelsblad en de Volkskrant.
Apax verwierf in mei 2004 een belang in PCM door aandelen over te nemen van een bankenconsortium van ING, Aegon, NIB en de Stichting Democratie en Media. De investeerder had een financieel belang van 47,5 procent en kon daarbovenop beschikken over 5 procent extra stemrechten, waardoor de onderneming het feitelijk voor het zeggen kreeg bij PCM.