„Asperges ramp voor bodemmonumenten”
De aspergeteelt is het ergste wat een archeologisch monument kan overkomen.
Dat zei adjunct-directeur S. van Dockum van de Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek (ROB) donderdagmiddag in Maastricht bij de presentatie van de Archeologiebalans 2002.
De balans geeft een overzicht van de archeologische monumenten in Nederland. Zestig procent van de 1600 wettelijk beschermde monumenten verkeert volgens deze balans in matige tot slechte staat. Van 40 procent van deze monumenten wordt het terrein niet goed beheerd. Dat komt doordat in de bestaande Monumentenwet het beheer van de grond waarin zulke monumenten liggen, niet geregeld is. Agrarisch gebruik mag ongelimiteerd doorgaan en dat leidt in veel gevallen tot een enorme erosie.
Zo blijken van de in Limburg in de jaren vijftig en zestig van de vorige eeuw opgegraven Romeinse villa’s de muurresten door erosie en slecht beheer inmiddels vrijwel verdwenen. „En de boer, hij ploegde voort”, vatte Van Dockum het probleem samen.
„Het behoud van dit erfgoed moet boven aan de politieke agenda komen te staan”, aldus Van Dockum, „anders verdwijnt het ongezien uit onze handen.”
De belangstelling voor de archeologie neemt inmiddels enorm toe, blijkt uit de balans. Zo is er een grote toename van het aantal populair-wetenschappelijke publicaties over vondsten en van toeristische routes langs archeologische vindplaatsen.
Daar staat tegenover dat het aantal wetenschappelijke publicaties afneemt, ook al doordat er een gebrek is aan docenten en wetenschappers aan de universiteiten. „Zoek je een gegarandeerde baan, ga dan archeologie studeren”, zei Van Dockum.
Zij maakte zich ook zorgen over toekomstige ruimtelijke ontwikkelingen in Nederland. „Zo’n 28.000 hectare waardevol gebied gaat de komende dertig jaar op de schop”, waarschuwde ze. „Dat raakt 1100 monumenten, waarvan er nu al 140 wettelijk zijn beschermd.” De problemen spelen volgens haar ook in Limburg.