Gemeenteraden vergrijzen
De Nederlandse gemeenten hebben meer nieuwe gemeenteraadsleden dan vier jaar geleden, maar dat heeft niet tot een verjonging geleid. De gemiddelde leeftijd is met 51 jaar zelfs twee jaar hoger dan aan het begin van de vorige raadsperiode.
Dat blijkt uit een donderdag gepresenteerde analyse van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) van de personele verschuivingen na de verkiezingen van 6 maart.
In maart zijn er 1700 extra lokale bestuurders bijgekomen door de invoering van het dualisme, de operatie waarbij de gemeenteraad en het dagelijks bestuur van de gemeente losser van elkaar moeten functioneren. Dat heeft volgens de onderzoekers echter niet geleid tot een wezenlijk andere samenstelling van de gemiddelde gemeenteraad.
Bij de vergrijzing in de raad doen zich praktisch geen verschillen tussen partijen voor: bij alle partijen stijgt de gemiddelde leeftijd van het raadslid. Wel geldt dat de raadsleden van plaatselijke partijen en de ’leefbaren’ overwegend ouder dan gemiddeld zijn.
De vrouwen zijn nog altijd sterk ondervertegenwoordigd binnen de gemeenteraad. Het aandeel vrouwen in de raad is weliswaar licht gestegen naar 23,5 procent, maar voldoet bij lange na nog niet aan de streefcijfers van het ministerie van Binnenlandse Zaken. Dat streeft naar een percentage van 35 in 2004.
Relatief weinig vrouwen blijken bij de verkiezingen van 2002 te zijn herkozen, maar omdat veel mannelijke raadsleden de raad hebben verlaten voor een wethouderspost, kreeg een aantal vrouwen via deze weg alsnog een raadszetel. „Zonder dit onbedoelde effect van de introductie van het dualisme zou het aandeel vrouwen dus wel eens dramatisch hebben kunnen dalen”, concludeert de VNG.
De algehele conclusie van de VNG is dat de opkomst van lokale en ’leefbare’ partijen de diversiteit in de raad geenszins beïnvloedt: „Het moge dan zo zijn dat lokale en leefbare partijen een nieuw gedachtegoed in het openbaar bestuur voorstaan, het valt toch op dat dit gedachtegoed vooral gedragen wordt door een traditioneel politicus: de oudere man.”