Schilderij
Ik twijfel niet of velen zullen in het schilderij van deze rijke man hun eigen beeld zien. Zij zoeken hun deel in dit tijdelijke leven en houden met de rijke man hun geld, hetzij veel of weinig, voor hun hoogste goed. Daar kunnen ze God en de hemel gemakkelijk voor missen. Daar draven en slaven ze, daar zwoegen en zweten ze voor, dag en nacht, om een weinig goud dat niet meer is dan wat gele aarde en vergulde drek bijeen te zamelen. Daar wroeten ze gedurig voor als mollen in de aarde.
Ze bekommeren zich er niet over hoe het met hun onsterfelijke ziel zal gaan als het uur van scheiden zal gekomen zijn, en als men de wereld met al het ongestadige zal geven aan haar liefhebbers, als zij alles zullen moeten verlaten, willens of onwillens.Het kan nog minder geloochend worden dat zeer veel mensen deze rijke man gelijk zijn in het vinden van al hun vermaak en vergenoeging. De een in zoekt het in overmatige pracht en praal, de ander in kleding en gewaad, weer een ander in eten en drinken en zijn buik tot zijn god te maken. Mensen die leven als rechte mestvarkens uit het kot van laat ons eten en drinken. Mensen van wie men zeggen moet dat zij niet eten om te leven, maar leven om te eten.
Johannes Barueth, predikant te Dordrecht (”De predikende en wonderdoende Christus”, 1754)