„Nooit spanning tussen geloof en wetenschap gevoeld”
Een „evolutionist avant la lettre”, noemt prof. dr. W. Derkse de kerkvader Augustinus uit de vierde en vijfde eeuw met zijn commentaar op Genesis.
De rooms-katholieke hoogleraar aan de Radboud Universiteit Nijmegen gaf vrijdag op een symposium van stichting Echo aan hoe hij de relatie tussen geloof en wetenschap beleeft. Het symposium, dat ging over de rol van religieuzen in de wetenschap, werd gehouden in St. Agatha, bij Cuijk. De onafhankelijke stichting Echo stelt zich ten doel „historisch onderzoek naar de geschiedenis van het religieuze leven van vrouwen en mannen in Nederland vanaf ongeveer 1800 tot heden te initiëren, te stimuleren en te presenteren.”Prof. Derkse zou niet zo snel op grond van de Bijbel een ander standpunt innemen dan Darwin. „De Bijbel is niet bedoeld om er informatie uit te halen over de aarde of hemel. Het gaat erom hoe we ons leven moeten inrichten, niet hoe de mens ontstaan is.”
Harmonie tussen geloof en wetenschap vindt de hoogleraar door het nastreven van schoonheid en ontzag voor de schepping. Prof. Derkse: „Verlangen en het streven naar schoonheid in beide domeinen is belangrijk. Schoonheid is aanstekelijk en letterlijk begeesterend. In het religieuze domein word je bijvoorbeeld gewoonlijk niet over de drempel getrokken door het doornemen van de Katechismus van de Rooms-Katholieke Kerk, maar eerder door het openingskoor van de Matthäus Passion, het meeleven in het getijdengebed van een abdij of de evensong in Canterbury Cathedral.”
Kennen niet-gelovige wetenschappers geen ervaringen van ontzag voor de natuur of de schoonheid van een natuurkundige formule in hun onderzoek? Jazeker, beaamt prof. Derkse. „Richard Dawkins, iemand die zijn atheïsme sterk uitdraagt, kent ook respect en eerbied.”
De hoogleraar grijpt terug op zijn stelling dat deze ervaring religieus is. „Uren onderzoek doen en psalmen zingen kunnen gecombineerd worden. Het zingen is niet alleen iets voor de zondag, het is een levenshouding die de hele week meegaat. Een benedictijnse leefregel luidt: Opdat in alles Gods lof verkondigd worde.”
Spanning tussen geloof en wetenschap heeft prof. Derkse nooit gevoeld. „Misschien is dat typisch reformatorisch?” glimlacht hij. Volgens hem ontstaan er pas problemen als de Bijbel wordt opgevat als wetenschappelijke informatie. Als de wetenschap de Bijbel weerlegt, ontstaat er een conflictsituatie.
Eed van Hippocrates
Desondanks lijkt in de medische wereld de Bijbelse norm van beschermwaardigheid van leven achter te blijven bij het wetenschappelijk onderzoek. Toch ziet prof. Derkse geen obstakels tussen Bijbel en wetenschap opdoemen. „Medici zweren al jarenlang bij de eed van Hippocrates voor de bescherming van leven. Vanuit je overtuiging kun je tegen abortus of euthanasie zijn, maar als puntje bij paaltje komt, spelen ook andere dingen een rol.”
Volgens de hoogleraar is de realiteit nooit gemakkelijk in een hokje te plaatsen. „Het hoort bij de christelijke traditie om in pastorale situaties rekening te houden met meerdere factoren. Soms vinden we principieel een bepaalde positie het beste. Maar we moeten de optimale positie zoeken, want het gaat niet om principes maar om personen.”
„Toen mijn vrouw moest bevallen van onze dochter, braken de vliezen. Ik reed met haar naar het ziekenhuis, te snel. Voor de gezondheid van het kindje overtrad ik de maximumsnelheid. Dat is een voorbeeld van keuzes afwegen. Afvinken wat normatief wel of niet mag, is niet voldoende.”
Galileï
Al heeft de wetenschapper Derkse geen tegenstand van de Rooms-Katholieke Kerk ondervonden, de kerk heeft wel geprobeerd de wetenschap te kanaliseren door invoering van denkkaders zoals het neothomisme in de vorige eeuw. Of door de sterrenkundige Galileï terug te fluiten. „En toch beweegt hij”, mompelde hij na het aanhoren van het kerkelijk vonnis in 1633. De ontdekking dat de aarde beweegt om de zon, werd bestraft met levenslang huisarrest.
Volgens prof. Derkse is het echter „een hardnekkig misverstand” dat de kerk wetenschappelijk onderzoek een halt toeroept. „Noem mij nog een andere wetenschapper die iets dergelijks overkomen is. Ja, Darwin, ook al was hij zelf geen rooms-katholiek. Ik heb er met mijn collega’s wel eens een kratje bier om verwed, maar dat won ik altijd.”
In theorie kan er verschil van mening zijn, maar in de praktijk wordt een wetenschapper geen strobreed in de weg gelegd, aldus prof. Derkse. „Een goed rooms-katholiek gebruik is om in leerboeken eerst aan te geven dat een visie in de kerk ter discussie staat. Maar vervolgens wordt die wetenschappelijke these wel uitgelegd.”
Als enkele grote rooms-katholieke wetenschappers uit de afgelopen eeuw noemt prof. Derkse, Edward Schillebeekx, Titus Brandsma en vandaag de dag Paul van Tongeren en Edith Brugmans.
Was de relatie tussen het Vaticaan en Schillebeekx, de Kuitert van de rooms-katholieken, niet omstreden? „Dat is allang niet meer zo. Inmiddels ziet ook kardinaal Simonis hem als een belangrijk theoloog, zonder meer.”