„Goede atmosfeer” op klimaattop EU
BRUSSEL – Een akkoord over het ambitieuze EU klimaatplan leek vrijdagmorgen binnen handbereik. Betrokkenen schatten in dat de Europese regeringsleiders vrijdag, misschien zelfs al vrijdagmiddag, overeenstemming zouden bereiken over de concrete uitwerking van het plan.
Het klimaatplan is het lastigste gespreksonderwerp op de tweedaagse EU top in Brussel. De Franse president en EU voorzitter Sarkozy hield zijn collega’s donderdag voor dat ze „geen andere keuze” hebben dan het klimaatverdrag goed te keuren.Donderdagavond was het nog niet zover. „Er is nog geen overeenstemming”, zei premier Balkenende tegen middernacht over de stand van zaken. „We wachten af en we zullen zien.” Balkenende sprak van een „goede atmosfeer”, maar ook van „geen eenvoudige discussie.” Hij waagde zich niet aan een voorspelling. „Daarvoor is het te vroeg”, heette het in zijn beleving.
De Europese regeringsleiders hervatten vanmorgen hun overleg. Naar verluidt hebben sommige lidstaten vannacht met Frankrijk verder gesproken over het klimaatplan. Balkenende benadrukte donderdag dat Nederland geen afzwakking van de doelstellingen zal accepteren. Die houden in dat in 2020 de CO2 uitstoot met 20 procent moet zijn teruggedrongen, dat er dan 20 procent minder energie wordt verbruikt en dat 20 procent van de inzet afkomstig is van duurzame bronnen.
Het beraad vrijdag in Brussel draaide om de invulling van de maatregelen die nodig zijn om dit alles te verwezenlijken. Vooral Duitsland en Italië voelen er niets voor de industrie op hoge kosten te jagen, de Oost Europese partners willen hun elektriciteitsproducenten ontzien. Waarschijnlijk resulteert het verzet in flinke concessies in hun richting.
De politieke leiders spraken vrijdag ook verder over het stimuleringsprogramma voor de economie. Dat omvat 200 miljard euro ofwel 1,5 procent van het gezamenlijk bruto binnenlands product (bbp). Het betreft in hoofdzaak een bundeling van de plannen van de afzonderlijke lidstaten.
Balkenende hamerde erop dat het Stabiliteitspact, met spelregels voor de begrotingstekorten, overeind dient te blijven. Hij heeft er –gezien de uitzonderlijke omstandigheden– begrip voor als landen hun tekort tijdelijk laten oplopen tot boven de 3 procent van het bbp, maar vindt dat ze dan ook een plan moeten maken hoe ze zo snel mogelijk weer binnen die grens kunnen komen.