Volkerenmoord is een van de ernstigste misdrijven die mensen elkaar aan kunnen doen”, schrijft Voordewind in de Memorie van Toelichting bij zijn wetsvoorstel. Het bewust ontkennen ervan om anderen daardoor te beledigen of te discrimineren (negationisme), komt nog regelmatig voor, vervolgt hij.Voor de direct betrokkenen, zoals slachtoffers of hun nabestaanden, is ontkenning van volkerenmoord „extra pijnlijk” en „diep kwetsend.” Een opzettelijke verdraaiing van feiten over bijvoorbeeld de holocaust of de Armeense genocide is „niet anders te beschouwen dan als een buitengewoon discriminerende bejegening.”

Voordewind wil met zijn voorstel „een duidelijk signaal afgeven aan de samenleving” dat het ontkennen van volkerenmoord strafbaar is. Zeker in een tijd waarin alles bespreekbaar moet zijn, is het zinvol om duidelijk te maken dat het ontkennen van een genocide „ontoelaatbaar” is. Zijn wetsvoorstel is niet bedoeld om de vrijheid van meningsuiting in de perken of wetenschappers die volkerenmoorden onderzoeken, het zwijgen op te leggen.

Het ChristenUnie-Kamerlid wil de strafbaarstelling van ontkenning van genocide verankeren in artikel 137 van het Wetboek van Strafrecht, door daar een artikel 137da aan toe te voegen. De straf die de rechter kan opleggen is ten hoogste een jaar gevangenisstraf of een forse geldboete.

De Raad van State, die Voordewind heeft geadviseerd, ziet het nut van zijn wetsvoorstel niet in. Ontkenning van genocide is met de huidige wetgeving al aan te pakken, meent de Raad. Voordewind vindt echter dat de strafbaarheid van negationisme nog niet eenduidig uit de bestaande wetten blijkt. Bovendien vindt hij volkerenmoord dermate ernstig, dat hij het ontkennen of goedkeuren daarvan uitdrukkelijk afzonderlijk strafbaar wil stellen. Volgende week maandagmiddag vindt er in de Kamer een rondetafelgesprek plaats over het initiatiefwetsvoorstel. Het voorstel is een aangepaste versie van het wetsvoorstel dat toenmalig ChristenUnie-Kamerlid Huizinga-Heringa in 2006 indiende. Haar voorstel beoogde het ontkennen van volkerenmoord en misdrijven tegen de menselijkheid of oorlogsmisdaden strafbaar stellen. Voordewind heeft dat in zijn voorstel teruggebracht tot alleen genocide.

Naast de Armeense genocide in 1915 en de moord op 6 miljoen Joden in de Tweede Wereldoorlog zijn ook de moord op Tutsi’s in Rwanda en op moslims in Joegoslavië in de jaren negentig aangemerkt als volkerenmoord.

Ontkennen van genocide is in sommige andere landen, waaronder België, al strafbaar. In Duitsland is ontkenning of verheerlijking van nazi-misdrijven tegen de menselijkheid ook strafbaar.