Beschaamd
De tollenaar die in deze gelijkenis wordt voorgesteld, is het rechte voorbeeld van een evangelische bekering. Men moet de ware boete van een overtuigde zondaar niet afmeten aan de vrees en angsten, en aan de luidruchtige beroeringen van sommige mensen. Men moet ze alleen meten naar het zuivere, geestelijke en schriftuurlijke licht van inwendige zondekennis, dat in het hart waarlijk wordt gevonden, en naar de mate van bitter berouw en heilige schaamte welke de ware zondekennis altijd veroorzaakt. Deze dingen moeten in acht worden genomen, en al het andere is maar algemeen werk van de Geest en dikwijls ook veel listig bedrog van de satan.We zien hier in de tollenaar de beschaamdheid voor God. Dat is een voornaam gedeelte van zijn evangelische boetvaardigheid. Zijn hart wordt daardoor bereid voor het oprechte geloof in Christus. Zo zegt Christus ook tot de recht bedroefde, beschaamde en verslagen zielen: Zijt goedsmoeds, o arme zondaar en verslagen zondaar!
De schaamte is de rechte kleur van de bekering. Waar geen ware schaamte is, is ook geen ware bekering. Ja, al werden hun lichamen ook nog zo zwaar geschud, het zou alles in het minst niet tot hun bekering helpen, indien ze niet waarlijk geheel over hun zonden verslagen, verstomd en beschaamd werden voor de hoge God.
Th. v.d. Groe, predikant te Kralingen (Toetssteen van ware en valse genade, 1752)