Dat heeft het gerechtshof gisteren bepaald. Van Z., een voormalige hoge ambtenaar van de Rijksgebouwendienst (RGD), moet nog enkele maanden wachten op de behandeling van zijn hoger beroep. Het hof wil eerst ambtenaren van de Rijksgebouwendienst, de Belastingdienst en het ministerie van Justitie als getuige horen.Van Z. werd eerder veroordeeld tot een gevangenisstraf van twintig maanden wegens valsheid in geschrifte en grootscheepse fraude tussen 1996 en 2004. Een bevriende aannemer uit Leusden kreeg een celstraf van twaalf maanden. Een bouwbedrijf uit Huizen werd veroordeeld tot boetes van in totaal 12.500 euro. Allen gingen in hoger beroep, omdat ze ontkennen dat ze zich schuldig hebben gemaakt aan oplichting.

Van Z. zou zich tussen 1996 en 2004 met grote regelmaat door bouwbedrijven hebben laten fêteren in bordelen en seksclubs. Als tegenprestatie zou de ambtenaar projecten aan bevriende bouwondernemingen hebben gegund. Hij zou bovendien zijn huis hebben laten verbouwen op kosten van de RGD.

Zelf zegt Van Z. dat hij bij de RGD een mandaat had om projecten die vanwege tijdsdruk of politieke druk, zoals het cellencomplex op Schiphol, dat eind 2005 afbrandde, snel te laten voltooien. Daarom was er geen tijd voor aanbestedingen volgens de regels, aldus Van Z.

Het is nog niet bekend wanneer de rechtszaak wordt voortgezet.