India noemt namen van terroristen Bombay
De Indiase politie heeft dinsdag de namen vrijgegeven van de negen terroristen die de aanslagen in de West-Indiase stad Bombay uitvoerden en daarbij gedood werden. Ze zei nieuwe informatie te hebben verkregen, zoals de geboorteplaatsen van de daders in Pakistan. India heeft steeds gezegd dat alle daders uit Pakistan afkomstig waren.
Het hoofd van het politieonderzoek naar de aanslagen gaf ook foto’s vrij van acht van de mannen. Sommige kwamen van identiteitskaarten, andere waren gruwelijke afbeeldingen van de gedode terroristen. Het lichaam van de negende terrorist was te zeer verbrand om te tonen, aldus de politiechef. In totaal waren er tien daders, maar de tiende werd levend gearresteerd.Drie mannen kwamen volgens de politie uit de stad Multan, in het midden van Pakistan. De jongste werd geïdentificeerd als de 20-jarige Shoaib. Hij kwam uit het district Narowal in de Pakistaanse provincie Punjab. De daders waren allemaal tussen de 20 en 28 jaar oud.
India heeft de verantwoordelijkheid voor de aanslagen, die 171 mensen het leven kostten, bij de Pakistaanse militante groepering Lashkar-e-Taiba gelegd en eist dat Pakistan de beweging aanpakt.
Pakistaanse veiligheidstroepen zijn de afgelopen dagen minstens vijf kantoren van de veronderstelde terreurbeweging Lashkar-e-Taiba binnengevallen. Daarbij zijn ongeveer twintig verdachten opgepakt. Dezen worden echter niet uitgeleverd aan India. Pakistaanse bronnen hebben dit dinsdag gezegd.
Een hoge Pakistaanse veiligheidsbron zei dat de vijf invallen hadden plaatsgevonden in het Pakistaanse gedeelte van Kashmir. Daarbij was opgetreden op basis van informatie van Zaki-ur-Rahman Lakhvi, een van de veronderstelde breinen achter de aanslagen, die zondag in dezelfde regio werd opgepakt.
India diende na de aanslagen een lijst met de namen van twintig terreurverdachten bij de Pakistaanse autoriteiten in en verzocht om hun arrestatie en uitlevering. Volgens de bron komt echter geen van de twintig arrestanten voor op die lijst.
Een medewerker van Lashkar-e-Taiba bevestigde de invallen in kantoorpanden van de organisatie, die nu zou opereren onder dekmantel van de charitatieve mosliminstelling Jamaat-ud-Dawa. Beide bronnen verzochten om anonimiteit.
De politie maakte dinsdag ook bekend een man te zullen ondervragen die al sinds februari gevangen zit. De man is mogelijk ook betrokken geweest bij de aanslagen. Momenteel zit hij in de gevangenis in het noorden van India. Bij zijn arrestatie, samen met de Indiër Faheem Ansari, droeg de man, door de politie Sabauddin genoemd, schetsen van de hotels, het treinstation en andere plekken die door de terroristen werden aangevallen.
India heeft de VN-Veiligheidsraad gevraagd de Pakistaanse islamitische liefdadigheidsorganisatie Jamaat-ud-Dawa op de zwarte lijst voor terroristische organisaties te zetten. Volgens India heeft de beweging als dekmantel gediend voor de militanten in Bombay.
Jamaat-ud-Dawa is volgens India een terroristische organisatie, ondanks het feit dat de beweging zich heeft gedistantieerd van Lashkar-e-Taiba. Dat is de groep die de aanslagen op de Indiase havenstad zou hebben uitgevoerd. Deze beweging staat al op de internationale zwarte lijst, waar ook al-Qaida en de taliban op staan.
Door de organisatie op de lijst te zetten, zou het makkelijker worden de schuldigen van de aanslagen te arresteren en te vervolgen, stelt India. De Pakistaanse afgevaardigde bij de Verenigde Naties zei dat de terroristen geen band hebben met Pakistan en dat de militanten het niet alleen op India, maar ook op Pakistan gemunt hebben.
De Pakistaanse president Asif Ali Zardari zegt in een dinsdag in The New York Times afgedrukt commentaar dat de klopjacht een blijk is van de Pakistaanse vastberadenheid om bij het onderzoek naar de terreuraanslagen behulpzaam te zijn. Zardari stelt ook dat de vredesdialoog met India moet doorgaan en dat de terroristen er niet in mogen slagen India en Pakistan tegen elkaar op te zetten.
Lashkar-e-Taiba is in de jaren tachtig opgericht door de Pakistaanse inlichtingendienst ISI, die een militie nodig had voor de strijd in Indiaas Kashmir. De organisatie werd in 2002 onder druk van de Verenigde Staten en Groot-Brittannië verboden, omdat zij banden zou hebben met al-Qaida. Washington blokkeerde in mei de tegoeden van Lakhvi en drie andere veronderstelde leden, onder wie Hafiz Mohammed Saeed.
Jamaat-ud-Dawa ontkent iedere band met Lashkar-e-Taiba. De organisatie heeft scholen en klinieken in het hele land en verleende hulp na de twee zware aardbevingen die Pakistan in de afgelopen jaren troffen. Een verbod van Jamaat-ud-Dawa en een klopjacht op de medewerkers zouden de regering in grote problemen kunnen brengen.