Van ’t H. stond dinsdag terecht vanwege incestueuze handelingen die tussen 1986 en 1989 zouden zijn gepleegd. „Het is één keer gebeurd”, hield de verdachte bij de politie en ook dinsdag in de rechtszaal vol. Hier tegenover staan de verklaringen van zijn nicht, nu dertig jaar oud, die in verhoren uitgebreide verklaringen aflegde over wat er met haar, maar ook met haar broertje in die drie jaar is gebeurd. De broer deed geen aangifte, evenmin als andere familieleden, maar de aangeefster had er genoeg van dat haar familie twintig jaar lang deed alsof er niets is gebeurd.Volgens het slachtoffer was het gebruikelijk dat haar broertje en zij bij bezoekjes aan hun opa en oma naar boven gingen, waar de verdachte achter zijn computer zat. De kinderen mochten daar spelletjes op spelen, maar moesten eerst Van ’t H. bevredigen. Dat de vrouw nu aangifte doet, heeft onder meer te maken met het feit dat zij eindelijk als slachtoffer erkend wil worden.

In 2003 is Van ’t H. veroordeeld voor een ander zedendelict, waarbij sprake was van drie slachtoffers. Hij kreeg toen een voorwaardelijke celstraf van zes maanden. De officier vindt dat hij nu een poosje opgesloten moet worden en daarna een behandeling moet ondergaan. Zo niet, dan is er een kans op herhaling.