Grote jeugdwerkloosheid in Griekenland
Een van de factoren die mogelijk bijdragen aan de hevigheid van de onlusten in Griekenland is de jeugdwerkloosheid. Het land had volgens Eurostat in 2007 een werkloosheidspercentage onder jongeren van 22,9 procent.
Het is het slechtste cijfer in de Europese Unie, waar Nederland er het beste vanaf komt met 5,9 procent in 2007.Maar ook de Griekse jongeren met een baan lijkt het niet altijd voor de wind te gaan. Ze worden schamper ’de generatie van de 700’ (slechts 700 euro per maand) genoemd.
De jongeren die een plaats hebben op de universiteit hebben ook te maken met ’Griekse toestanden’. De OESO (Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling waar dertig rijkere en ontwikkelde landen lid van zijn) laakte het academisch onderwijs in Griekenland vorig jaar. Het is onbuigzaam, sluit niet aan op de arbeidsmarkt en levert bovendien slechts twee afgestudeerden per honderd studenten.
Van de landen van de OESO behoort Griekenland tot het groepje dat het minste uitgeeft aan universitair onderwijs. Maar dat wil niet zeggen dat de Griekse staat zuinig is. Griekenland is een van de koplopers binnen de EU als het gaat om geld uitgeven voor pensioenvoorzieningen, de ambtenarij en de gezondheidszorg. Volgens de analyse van de OESO werkt deze wijze van geld besteden in de hand dat Griekse jongeren er bekaaid vanaf komen.
Zij hebben kennelijk geen profijt van een relatief voorspoedig tijdperk voor de Griekse economie. Het land kent al geruime tijd jaarlijks circa 4 procent economische groei, de werkloosheid in algemene zin is afgenomen tot 7,6 procent van de beroepsbevolking en de enorme staatsschuld wordt teruggedrongen.