Bredere aanpak opsporing kinderporno
De politie gaat zich bij de opsporing van kinderporno meer richten op de slachtoffertjes en op de producenten van het materiaal. Tot nu gaat de aandacht vooral uit naar de downloaders: de mensen die op hun eigen computer films en foto’s verzamelen.
„Er wordt niet doorgerechercheerd, waardoor dadergroepen als kindermisbruikers, producenten van kinderpornografie en commerciële verspreiders veelal buiten schot blijven", aldus de Raad van Hoofdcommissarissen maandag.Volgens de politie betekent doorrechercheren een groter beslag op menskracht en kan een onderzoek langer duren. „Maar het levert een grotere kans op het bevrijden van slachtoffers uit situaties van ernstig misbruik."
De hoofdcommissarissen kondigden maandag een uitgebreid pakket aan maatregelen aan om de opsporing van kinderporno de komende twee jaar te verbeteren en te intensiveren. Bij de aanpak zijn de regiokorpsen, bovenregionale rechercheteams en een team van specialisten van het Korps landelijke politiediensten (KLPD) betrokken. Ook onder meer de marechaussee, Europol en internetproviders werken mee.
Een belangrijk aspect van de intensieve aanpak is het wegwerken van wat de politie de ’werkvoorraad’ noemt, het aantal zaken dat de politie in onderzoek heeft. Dat gaat gebeuren met de inzet van rechercheurs uit bovenregionale en lokale rechercheteams.
De extra inzet is ook nodig om al het in beslag genomen materiaal te onderzoeken. Het gaat in sommige gevallen om tienduizenden cd’s, dvd’s of videobanden met daarop kinderpornografische afbeeldingen. De politie denkt hiervoor geavanceerde technologische software nodig te hebben. Het aantal kinderpornospecialisten en digitale experts wordt uitgebreid.