Gemeente en politie moeten paddoverbod controleren
De gemeente en de politie zijn als eerste aan zet bij de handhaving van het paddoverbod, dat sinds maandag geldt. Dat zal het kabinet duidelijk maken in een brief, die begin volgende week naar de gemeenten gaat.
Dat zei minister Ter Horst van Binnenlandse Zaken vrijdag na afloop van de ministerraad. „Het paddoverbod moet gewoon gehandhaafd worden. Ik ga ervan uit dat dat gebeurt", zei ze. Verscheidene gemeenten, waaronder Amsterdam, lieten deze week weten het verbod voorlopig niet actief te controleren, omdat er te veel onduidelijkheid is over hoe dat zou moeten.De zogeheten lokale driehoek (justitie, burgemeester en politie) is volgens het kabinet verantwoordelijk voor de handhaving van het paddoverbod. Ter Horst zei dat ze er alle vertrouwen in heeft dat de driehoek dat ook zal doen. „Eerst bestuurlijk, dan strafrechtelijk”, schetste ze de gang van zaken. De brief van het kabinet is bedoeld om een en ander te verhelderen.
In de praktijk zal het volgens de minister neerkomen op een soort samenwerking tussen de gemeente en de politie. Eventuele overtredingen worden bijvoorbeeld doorgegeven aan de burgemeester, die de vergunning van een zaak kan intrekken zodat het verkooppunt dicht moet.
Voor de handhaving van het paddoverbod is volgens Ter Horst een zekere deskundigheid nodig. De PvdA-bewindsvrouw meent dat gemeenten en de politie daarvoor voldoende kennis in huis hebben. Daarom is het volgens haar niet nodig speciale paddoteams op te richten, zoals de PvdA-fractie in de Tweede Kamer had voorgesteld.