S. had afgelopen zomer naar eigen zeggen „geldproblemen.” Zijn baantje bij een callcenter leverde niet genoeg op om een lening van zijn moeder af te lossen en een rekening voor zijn telefoon te betalen. Op 16 augustus liep hij met een capuchon over zijn hoofd een supermarktfiliaal in het station van Amersfoort binnen.Hij richtte een vuurwapen op de kassamedewerker en eiste de inhoud van de kassa. Maar de medewerker dacht dat het een grapje was en zei dat hij de filiaalhouder zou roepen. Daarop verdween S. met een pakje sigaretten.

Twaalf dagen later verstopte S. zich in een kast in een kledingwinkel in Amersfoort waar hij eerder had gewerkt. Na ongeveer een halfuur te hebben gewacht, kwam hij tevoorschijn en richtte een vuurwapen op de vier medewerksters in de zaak.

Ditmaal maakte hij een minikluis met daarin 400 euro buit. Hij zou de overval hebben nageaapt van een film. Ondanks zijn vermomming kon S. enkele uren na de overval door de politie worden aangehouden. Achteraf bleek dat hij voor de overvallen een balletjespistool had gebruikt.

De officier van justitie vond dat S. naast de straf voor de overvallen ook drie maanden celstraf uit moest zitten die hem eerder voorwaardelijk was opgelegd. Volgens advocaat J. Leijendekker is het relaas van zijn cliënt een voorbeeld van het „doorgeschoten hedonisme” van de hedendaagse jeugd.

De Barnevelder zou inmiddels zijn lesje wel hebben geleerd. Daarom verzocht de advocaat de rechtbank nog meer rekening te houden met de leeftijd van S. dan de officier had gedaan. Uitspraak op 17 december.