VNG: Schrap koppeling toerisme en koopzondag
De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) wil dat het kabinet de koppeling loslaat tussen toerisme en winkelopening op zondag.
De VNG zal dit standpunt donderdag inbrengen tijdens een rondetafelgesprek in de Tweede Kamer over de wijziging die het kabinet wil doorvoeren in de huidige Winkeltijdenwet.Op dit moment mogen gemeentebesturen maximaal twaalf koopzondagen per jaar aanwijzen. Voor toeristische gebieden geldt hierop een uitzonderingsregeling. Daar mogen de winkeldeuren iedere zondag open.
De zogenoemde toerismebepaling wordt echter door een toenemend aantal gemeenten (157 van de in totaal 443) oneigenlijk gebruikt om het aantal koopzondagen op te krikken zonder dat er sprake is van substantieel toerisme.
Om dit misbruik van Winkeltijdenwet aan banden te leggen ging het kabinet vorig jaar akkoord met een voorstel van minister Van der Hoeven van Economische Zaken om de wet op dit punt aan te scherpen. De CDA-bewindsvrouw stuurde hiertoe vorige maand een wetsvoorstel naar de Kamer.
Van der Hoeven wil dat gemeenten vanaf 2009 duidelijker omschrijven waarom winkels op zondag open zijn. Ook moet het toerisme in gemeenten een substantiële omvang hebben. Daarnaast moeten gemeenten bij de afweging over toepassing van de toerismebepaling naast ’harde’ economische belangen ook immateriële belangen een rol laten spelen, zoals zondagsrust, leefbaarheid, veiligheid en openbare orde. Verder krijgen belanghebbenden (burgers en bedrijven) de mogelijkheid om in beroep te gaan tegen het besluit van een gemeente tot een ruimere zondagsopening.
De VNG noemt de huidige koppeling tussen toerisme en winkelopening op zondag echter „achterhaald”. In het VNG-voorstel krijgen gemeenten standaard de ruimte om 20 koopzondagen toe te staan. Afhankelijk van lokaal draagvlak kan dit oplopen tot 52. Hierbij moeten gemeenten volgens de VNG wel rekening houden met de gevolgen voor de plaatselijke economische bedrijvigheid en werkgelegenheid en de consequenties voor de zondagsrust, leefbaarheid, veiligheid en openbare orde.
Samen met de Raad Nederlandse Detailhandel (RND) en de Consumentenbond pleitte de VNG in januari van dit jaar ook al voor een verdere vereenvoudiging en deregulering van de Winkeltijdenwet. Volgens de organisaties moeten gemeenten de bevoegdheid krijgen om zelf het aantal koopzondagen te regelen. Die wens tot „een lokaal winkeltijdenbeleid” zou gedragen worden door „een brede vertegenwoordiging van de samenleving”, zoals „bestuurders, burgers en ondernemers.”
Ook het Centraal Bureau Levensmiddelenhandel (CBL) meldde vandaag af te willen van de huidige beperking van jaarlijkse aantal koopzondagen. Volgens de koepel van supermarkten kan een ruimere openstelling van winkels op zondag „zeker in de huidige economische situatie zorgen voor een impuls aan de bestedingen.”
SGP en SP achten het kabinetsvoorstel juist te beperkt om het huidige misbruik van de Winkeltijdenwet in te dammen. Daarom stuurden de partijen vorige maand gezamenlijk een initiatiefwetsvoorstel naar de Kamer.
In tegenstelling tot Van der Hoeven willen SGP en SP ontheffing van het verbod op zondagsopenstelling op grond van de toerismebepaling in een gemeente slechts toestaan na uitdrukkelijke goedkeuring vooraf door de minister van Economische Zaken. Ook willen zij winkelopenstelling beperken tot de delen van de gemeente die werkelijk toeristisch zijn.
Dit SGP/SP-voorstel wordt in ieder geval gesteund door de reformatorische vakorganisatie RMU, die donderdag ook deelneemt aan het rondetafelgesprek in de Tweede Kamer. Volgens de RMU leidt de huidige wet tot ongelijkheid tussen gemeenten en bedrijven, „waarbij vooral de kleine ondernemers het onderspit moeten delven” en de positie van werknemers wordt ondergraven.
Naast de VNG en RMU nemen ook FNV-bondgenoten, CNV, de Nationale Winkelraad van MKB-Nederland, de Consumentenbond en enkele belanghebbenden uit de gemeente Roermond deel aan informatieve gesprek in de Kamer.