Kleine Prinses wil geen broertje
Titel:
”Het begin van de zee”
Auteur: Annemarie van Haeringen
Uitgeverij: Leopold, Amsterdam, 2002
ISBN 90 258 3584 8
Pagina’s: 30 blz., € 12,95; ”Kikker vindt een schat” en ”Haas vertelt”
Auteur: Max Velthuijs
Uitgeverij: Leopold, Amsterdam, 2002
ISBN 90 258 3716 6 en 90 258 3581 3
Pagina’s: 30 blz. en 140
Prijs: € 11,95 en € 15,95.; ”Tjoeke Boem”
Auteur: Margreet Strijbosch, tekeningen van Charles Michels
Uitgeverij: Hillen, Amsterdam, 2002
ISBN 90 76766 32 0
Pagina’s: 22
Prijs: € 12,49.; ”Egel en Muis. De gestolen prinses”
Auteur: Annet Kossen
Uitgeverij: Hillen, Amsterdam, 2002
ISBN 90 76897 04 2
Pagina’s: 32
Prijs: € 12,95.; ”Ik wil een zusje”, door Tony Ross; uitg. Sjaloom, Amsterdam, 2002; ISBN 90 6249 318 1; 28
Prijs: € 10,95. „De klok bracht orde in het leven en Olifant was gelukkig. Maar zijn geluk duurde niet zo lang. Al spoedig ontdekte hij hoe snel de tijd eigenlijk ging.” Een citaat uit de verhalenbundel ”Haas vertelt”, van Max Velthuijs die tegelijk een nieuw verhaal over kikker schreef. Annemarie van Haeringen filosofeert en tekent er lekker op los in ”Het begin van de zee”. Een handvol prachtige prentenboeken.
Tot voor kort was het vooral Harrie Geelen die zijn prentenboeken voorzag van de fraaie filosofie die kinderlogica in zich heeft. „Ik moet steeds bedenken hoe ik gebeur”, laat hij kleine Jan zeggen die een boek over zichzelf schrijft. Annemarie van Haeringen filosofeert ook. Ze tekent het donkere jongetje Kofi en laat hem in haar nieuwste prentenboek op zoek gaan naar het begin van de zee. Hij merkt op een tentoonstelling dat de zee op geen enkel schilderij past, telkens ziet hij maar een klein stukje ervan. Kofi besluit zelf de zee te schilderen. Maar waar is het begin?
Met de boot van zijn vader vaart hij de zee op. Andere mensen varen mee in de boot, dieren ook. Op zoek naar de oorsprong. Je denkt al gauw aan de ark van Noach en van Hearingen doet dat ook, getuige een witte duif op de laatste bladzijde, met een takje in haar snavel. Op de boot wordt het een gezellige boel. Kofi duikt achter dolfijnen aan. Nu heeft hij het midden en het einde van de zee, want dat is aan de overkant, gevonden. Maar nergens is het begin. Een oude botenbouwer weet het. „Ik was er zelf bij toen de zee begon”, zegt hij. Hij kijkt naar de lucht, het gaat regenen. De zon verdwijnt. Als de regen uit de hemel klettert, zegt de botenbouwer: „Het begin van de zee valt uit de lucht.” Kofi schildert het begin. Donkere wolken met regen erin. Heel subtiel, heel open ook, dit boek.
Ouder worden
Al eerder werden zes dierenverhalen van Max Velthuijs gebundeld onder de titel ”Het rode kippetje”. In ”Haas vertelt” zijn vijf verhalen voor jonge haasjes te vinden. Ook de vertellingen van Velthuijs hebben een hoog nadenkgehalte. Velthuijs steekt af naar de diepte met beschouwingen over verkwisten, over de zorg voor het milieu in het verhaal ”De koning en de windmolens” of over ouder worden in ”Olifant en de tijdmachine”. In dat verhaal krijgt Olifant een koekoeksklok van Krokodil.
Eerst is hij blij, tot hij merkt dat de tijd snel gaat. Veel sneller dan toen hij nog geen klok had. „Zo kan ik niet langer leven”, denkt hij. „Zonder de tijdmachine was ik veel gelukkiger. Ik had tijd in overvloed.” Olifant gooit de klok weg en trapt hem kapot als hij merkt dat hij buiten doortikt. „Maar goede vriend”, zegt Krokodil. „De tijd kun je niet stoppen, die gaat altijd door.” Hij wijst naar de ondergaande zon. Nu snapt Olifant het. „Iedereen wordt ouder, want als je niet ouder wordt, blijf je altijd kind”, zegt hij. Sommige van de verhalen zijn oud, sommige nieuw. Je ziet dan ook (overigens niet storend) verschil in de tekeningen van dit heerlijke voorleesboek.
Even filosofisch is het verhaal van Kikker en Beertje in ”Kikker vindt een schat”. Kikker en Beertje gaan schatgraven. Het enige dat bovenkomt is een steen. Kikker is een doorzetter, om beurten graven ze verder. Kikker verdwijnt uit zicht en Beertje helt voorover. Iets te ver, zodat ze samen eindigen op de bodem en daar een hele nacht blijven. Het is Eend die ze ontdekt en Rat die ze met een ladder tevoorschijn haalt. „We hadden een schat willen zoeken, maar we hebben niks gevonden”, zegt Kikker teleurgesteld. Rat pakt de steen. Hij blijkt heel oud. Iets te oud, want volgens Rat is hij wel honderd miljoen jaar oud. Kikker is er heel blij mee. „Ik wist niet dat een steen zoiets bijzonders kon zijn”, zegt hij. Wie het kleine niet eert…
Symbiose
Margreet Strijbosch en Charles Michels presenteren met ”Tjoeke Boem” een typisch prentenboek voor peuters. Een stoel valt om, boem, dat is de trein. De leeuw wil mee, de koe ook. Je kunt met tekst en tekeningen als voorlezer fantaseren hoe de trein langer wordt, wie er meegaan en wat er allemaal gebeurt. Dat moet ook wel, want alleen de tekst vormt geen vlot verhaal en soms verstoren de grote letters de koddige tekeningen. Die geven op zich genoeg aanleiding om te kijken en te kletsen. Voor driejarigen valt er veel te herkennen.
Bij uitgeverij Hillen verscheen ook ”De gestolen prinses” van Annet Kossen. In een wat rommelig verhaal zonder sterke spanningsboog heeft een verliefde roverhoofdman een prinses gevangen die als Egel en Muis haar verlossen, niet van plan is te rennen voor haar leven. Ze laat zich dragen. Ze moet haar vrijheid bijna opnieuw inleveren als een draak haar in de kladden grijpt. De roverhoofdman komt weer tevoorschijn, doodt de draak en trouwt met haar. Wie is nou de held, vraag je af. En ook mis je een symbiose tussen de tekst en de fantastische tekeningen. Dat is opvallend, omdat beide van Annet Kossen zijn.
Broertje
Tony Ross lijkt moeiteloos zijn humoristische verhalen te bedenken over de eigenzinnige Kleine Prinses. „We krijgen er iemand bij in de familie”, zegt de koningin. „Hoera”, juicht de Kleine Prinses, „ik wil een zusje”. Het kan ook een broertje worden, zegt de dokter. Broertjes stinken, vindt de Prinses. Ze doen alleen wilde spelletjes. Ze wil geen broertje, ook niet als de eerste minister, het kamermeisje en de admiraal zeggen dat een broertje erg leuk is.
Titel: Op een dag brengt de koning de koningin naar het ziekenhuis. „Niet vergeten hè…”, schreeuwt de Kleine Prinses. Als het een broertje wordt, gooi ik hem weg, zegt ze ondertussen tegen haar neefje. De baby komt en ze is lief, vindt de Prinses.
Titel: „Maar het is geen meisje”, zegt de koning. „Je hebt een broertje.” De Kleine Prinses is woedend. Ze hoeft geen kleine prins, ze wil een kleine prinses. Maar die hebben we al, zeggen de koning en de koningin. Wie is dat dan? Vraagt ze. „Jij natuurlijk”, roepen ze.
Titel: