Cultuur & boeken

Thoenes wagen zich aan bijbelse roman

Titel:

Jeannette Wilbrink-Donkersteeg
27 November 2002 07:39Gewijzigd op 13 November 2020 23:58

”De boekrollen van Jeruzalem”
Auteur: Bodie en Brock Thoene
Uitgeverij: Gideon, Hoornaar, 2002
ISBN 90 6067 924 5
Pagina’s: 403
Prijs: € 18,25. Wellicht raken Brock en Bodie Thoene toch uitgeschreven over Mosje en Rachel Sachar en alle andere personages uit ”De erfenis van Sion”. In deel vier van deze serie spelen de Sachars althans alleen nog een rol in het eerste en het laatste hoofdstuk. Het verhaal daartussenin heeft een kleine 2000 jaar eerder plaats en gaat dus over heel andere figuren.

Dit vierde deel, ”De boekrollen van Jeruzalem”, is een raamvertelling. Mosje bevindt zich in de geheime gangen onder de heilige stad. Hij ontdekt daar een boekrol met het verhaal van de jodin Mirjam en haar Romeinse minnaar Marcus. Dat verhaal vormt vervolgens de inhoud van deze roman. Je kunt je afvragen of dit een creatieve of juist een goedkope manier is om een serie te vullen.

De Thoenes nemen de lezer dit keer in elk geval mee naar omstreeks het jaar 30. Opnieuw hebben ze daarvoor grondig onderzoek verricht. Dat verdient een compliment. Soms doen ze echter zo hun best om een goed beeld van de tijd te schetsen dat ze de lezer vermoeien met te veel details en te uitvoerige beschrijvingen.

Boodschap
Bijbelvaste lezers zullen allerlei voorwerpen, plaatsen, tradities, gebeurtenissen en zelfs personages uit het leven van Mirjam en Marcus herkennen. Pilatus, Herodes en Levi de tollenaar kruisen hun pad, evenals Johannes (Jochanan) de Doper. Dat geeft het verhaal wellicht iets vertrouwds en aansprekends.

In ”De boekrollen van Jeruzalem” komen Mirjam en Marcus meer dan eens de ”Rabbi van Nazareth” tegen. Beiden worden uiteindelijk voor Hem ingewonnen. Dat gaat niet zonder strijd. De schrijvers zijn duidelijk over de aversie van velen tegen de Zaligmaker. Evenals over de noodzaak voor allen om door Hem gered te worden van de zonden. Daarmee doen zij duidelijk recht aan de bijbelse boodschap.

Ook is het verstandig van de auteurs dat zij voor de citaten van de Heere Jezus -Jesjoea- in hun boek teksten gebruiken die terug te vinden zijn in de Bijbel. Daarmee geven zij er blijk van te beseffen dat er grenzen zijn aan het verwerken van bijbelse stof in een roman. Wel brengen de auteurs Christus’ uitspraken niet alleen in hun eigen woorden maar ook in een context of op plaatsen die zij veelal zelf bedenken.

Dit brengt risico’s met zich mee. Zoals de auteurs de gebeurtenissen beschrijven, zóúden ze gegaan kunnen zijn. Ongetwijfeld slaan ze ook wel eens de plank mis. Beschrijvingen als deze gaan ver: „De warme, bruine ogen van Jesjoea hielden zijn blik vast”; „Jesjoea’s stem klonk helder en weergalmde als een trompet tegen de heuvels op de achtergrond.” Soms mislukt een poging om in bijbelse beelden te spreken jammerlijk, bijvoorbeeld als de Thoenes suggereren dat je iets met een „blik in je armen zou kunnen sluiten”: „Hij hief zijn hoofd op en sloot met een enkele blik alle aanwezige Joden als een kudde in de armen.”

Puzzel
Marcus blijkt uiteindelijk de hoofdman over honderd te zijn. Mirjam is de vrouw van wie Jezus zei: „Die van ulieden zonder zonde is, werpe eerst den steen op haar.” En ook degene die Hem kort voor Zijn kruisdood met kostbare olie zalfde. Dat dat één en dezelfde persoon was, staat niet met zoveel woorden in de Schrift. Wel vertelt Lukas dat de vrouw die Jezus zalfde, een „zondares” was, die „veel vergeven was”, terwijl Johannes (in hoofdstuk 12 van het Evangelie naar zijn beschrijving) meldt dat zij Maria, de zus van Martha en Lazarus, was. Daarmee brengen de Thoenes de lezer in verwarring. Weliswaar geven zij Mirjam een zus die Marta en een broer die El’azar heet, maar over de opwekking van deze broer reppen zij bijvoorbeeld weer met geen woord. Zo bestaat de kans dat je deze roman als een puzzel gaat ervaren.

Hier en daar gaan de schrijvers nog een stap verder. Als het zoontje van Mirjams vriendin door Jezus genezen is, fantaseren zij: „Boas was zich niet bewust van het feit dat er iets buitengewoons met hem was gebeurd. Hij was ziek geweest en nu was hij weer beter. In een droom had hij een prachtige stem horen zingen, die hem had verteld dat er mensen waren die van hem hielden, dat hij beter moest worden, moest opstaan en zijn hongerige pauwen moest voeren. Hij had die stem gehoorzaamd. Meer wist hij niet.”

Op zo’n manier kun je rond bijbelse geschiedenissen een vage en ongeloofwaardige sfeer scheppen. Dat kan niet de bedoeling zijn van een bijbelse roman. Daarom vind ik ”De boekrollen van Jeruzalem” niet in alle opzichten een geslaagd boek, hoeveel respect ik ook heb voor de ongetwijfeld goede bedoelingen van de auteurs.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer