Máxima pleit bij VN voor veilig sparen
Slechts 20 procent van de wereldbevolking heeft een spaarrekening, terwijl sparen mensen in ontwikkelingslanden juist kan helpen een zelfstandig bestaan op te bouwen. Dat hield prinses Máxima zaterdag de VN-top over Financiering voor Ontwikkeling in Doha voor.
Máxima bood daar de secretaris-generaal van de Verenigde Naties, Ban Ki-moon, een rapport aan van de VN-adviesgroep voor een Toegankelijke Financiële Sector.„We weten dat arme mensen wel degelijk kunnen sparen, maar vaak niet op een spaarrekening. In plaats daarvan stoppen ze geld onder hun matras of moeten ze het in riskante investeringen stoppen, zoals vee of bouwmaterialen. Daardoor kunnen ze al hun bezittingen –en dromen– in één klap verliezen door ziekte, brand, een overstroming of droogte", hield Máxima de top voor.
Volgens de prinses blijkt uit onderzoeken dat toegang tot financiële diensten ervoor zorgt dat de kans groter is dat kinderen naar school kunnen. Bovendien zijn spaarrekeningen noodzakelijk om microkredieten te financieren.
De prinses oogstte zowel lof van Ban Ki-moon als van minister Koenders (Ontwikkelingssamenwerking). „Ik heb grote waardering voor het initiatief dat prinses Máxima heeft genomen. Twee miljard mensen in de wereld kunnen geen geld lenen en dat aantal zal alleen nog maar toenemen als de financiële crisis voort duurt en de rijke landen niets doen", zei Koenders.
De Nederlandse minister kreeg zelf ook een pluim van Ban Ki–moon voor de inzet van Nederland op het terrein van ontwikkelingssamenwerking. Nederland besteedt jaarlijks meer dan 100 miljoen aan microkrediet via ontwikkelingsbanken en maatschappelijke organisaties. Dat geld komt uit de reguliere begroting voor ontwikkelingssamenwerking. Koenders verwacht dat dit bedrag zal toenemen nu private investeringen in ontwikkelingslanden achterblijven. Hij hoopt daarom op meer samenwerking met de private sector.