Buitenland

Niet meer troepen voor Afghanistan

Amerikanen hoeven niet te rekenen op grote Europese steun bij hun plannen nog meer militairen naar Afghanistan te sturen. Dat hebben bronnen bij de NAVO vrijdag gemeld. Intussen neemt in Afghanistan zelf de heftigheid in de strijd toe, zoals blijkt uit de 43 doden die vrijdag zijn gevallen.

Buitenlandredactie
28 November 2008 23:12Gewijzigd op 14 November 2020 06:49

De Amerikaanse overheid meldde deze week binnen twee jaar rond de 25.000 militairen extra te willen om Afghanistan weer op te bouwen en er de taliban te bestrijden. Die zijn nodig om de lekke grens met Pakistan te bewaken en meer politieagenten op te leiden. Het moet ook verhelpen dat de taliban nog langer vrij spel hebben in enkele gebieden.De Europese bondgenoten in de NAVO stellen echter dat ze de laatste jaren al fors meer militairen hebben gestuurd. In drie jaar is hun aantal opgelopen van 10.000 naar 30.000. Bovendien hebben de Europese militairen ondertussen nog hun handen vol aan Kosovo en Bosnië. De Europese landen vinden het eigenlijk ook tijd worden dat militairen er plaatsmaken voor ontwikkelingswerkers.

De westerse wereld is in Afghanistan met de zogeheten ISAF-missie, terwijl ook de Amerikanen er hun eigen Operation Enduring Freedom (OEF) uitvoeren. De actie begon in 2001 nadat al-Qaida aanslagen pleegde in de VS. De toenmalige talibanregering huisvestte de leiders van al-Qaida.

De aanstaande president van de VS Barack Obama heeft eerder gezegd soldaten te willen overbrengen van het rustiger Irak naar het steeds problematischer Afghanistan. Hij wil dat Europa meedoet. Maar bronnen in Brussel zeggen dat hooguit de Britten, Denen en Roemenen nog iets meer manschappen kunnen sturen. Veel anderen zeggen al aan de limiet van hun militaire capaciteit te zitten.

Vermoedelijk groeit in de zomer ook de druk op Nederland om langer te blijven in Afghanistan. Nederland heeft steeds gezegd in 2010 geen leiding meer te willen geven aan de ISAF-operatie in een heel gebied. Wellicht houdt Nederland dan wel manschappen onder leiding van een ander land of stuurt het meer trainers van Afghaanse politie of leger.

Ministers van Buitenlandse Zaken van de 26 NAVO-landen komen dinsdag en woensdag bijeen in Brussel. Naar verwachting spreken ze niet expliciet over de aantallen manschappen voor de Afghaanse missie.

Bij gevechten tussen talibanstrijders en regeringsmilitairen in het westen van Afghanistan zijn vrijdag zeker 43 doden gevallen. Dat meldden Afghaanse functionarissen.

Honderden rebellen vielen een groot legerkonvooi aan in de provincie Badghis. Er volgde een urenlang vuurgevecht, waarbij dertien militairen en dertig talibanstrijders omkwamen.

De radicaalislamitische strijders zouden zeker zestien soldaten hebben ontvoerd. Ook werden legervoertuigen geroofd.

Bij een ander incident in de buurt van Kabul zouden NAVO-troepen twee burgers hebben gedood. Volgens politiechef Mohammad Zia Mohammadi opende een konvooi van geallieerde troepen het vuur op een auto van burgers. Een van de doden zou een vijfjarig kind zijn. De NAVO ontkent echter dat haar soldaten hebben geschoten en zegt dat te kunnen aantonen. Volgens de NAVO waren de soldaten ter plaatse om een buitenlandse aannemer te assisteren die betrokken was bij een verkeersongeluk. Bij aankomst op de plek van dat ongeluk troffen de soldaten een grote menigte aan die de wagen van de aannemer omsingelde, zo luidt een verklaring van de NAVO.

Na de vermeende schietpartij blokkeerden zo’n honderd mensen de weg en gooiden stenen naar de politie, onder het scanderen van anti-Amerikaanse leuzen.

Het is al enkele malen voorgekomen dat troepen van de NAVO of de Verenigde Staten op burgervoertuigen schoten, in de veronderstelling met zelfmoordterroristen van doen te hebben. De Afghaanse president Hamid Karzai spreekt steeds luider zijn afkeuring uit over het feit dat de buitenlandse troepen burgerslachtoffers maken. Volgens hem wordt daarmee het draagvlak voor zowel zijn regering als voor de aanwezigheid van buitenlandse troepen in het land ondermijnd.

Niettemin besloot een van de landen die prominent in Afghanistan aanwezig zijn, Groot-Brittannië, een Amerikaans verzoek om meer troepen te sturen nog eens te overwegen. Daarmee lijken de Britten enige afstand te nemen van hun aanvankelijke weerstand tegen het zenden van meer militairen.

Groot-Brittannië heeft al ruim achtduizend troepen in Afghanistan, met name in het zuiden, en heeft eerder gezegd dat het pas meer troepen wil sturen als ook andere landen bereid blijken een grotere bijdrage te leveren. Vrijdag echter zei minister van buitenlandse zaken David Miliband in een interview met dagblad de Daily Telegraph dat verzoeken om meer troepen serieus zullen worden bestudeerd en dat „we nooit ronduit geweigerd hebben.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer