Prismabeleidsmedewerker Darije Kupers signaleert op grond van het onderzoek dat de betrokkenheid van achterban en kerk niet gelijk opgaat. „De problematiek vraagt om een actieve stellingname van christenen. De organisaties zetten zich al volop in voor de bestrijding van de epidemie, de steun van de achterban neemt toe, maar de aandacht in de kerk blijft achter.”Uit het onderzoek blijkt dat bijna 90 procent vindt dat christenen meer betrokken moeten zijn in de aidsbestrijding. Eenzelfde percentage verwacht die betrokkenheid ook van de kerken. De kerken in Nederland blijken echter niet meer betrokkenheid te tonen dan vier jaar geleden. In 40 procent van de kerken wordt een tot twee keer per jaar gebeden voor slachtoffers van de aidsepidemie, in 8 procent gebeurt dit regelmatiger. Meer dan 70 procent vindt dat christelijke media meer aandacht hebben besteed aan hiv en aids. Ruim 55 procent zegt door de toegenomen aandacht meer inzicht te hebben gekregen in de problematiek.

Het geven van voorlichting over hiv en aids, en seksuele voorlichting aan jongeren worden gezien als de belangrijkste methodes om besmetting te voorkomen. Een toegenomen aantal (60 procent) vindt het acceptabel dat de organisaties waaraan zij doneren condooms verstrekken, en zo’n 55 procent vindt het acceptabel om schone naalden te verstrekken aan injecterende drugsgebruikers.

Ruim 80 procent van de respondenten vindt dat christelijke hulpverleningsorganisaties zich naast hun projecten in het zuiden ook moeten bezighouden met bewustwording van de problematiek in Nederland. Daarbij geeft bijna 60 procent aan dat christelijke hulpverleningsorganisaties christenen in Nederland moeten helpen met een christelijke visie op hiv en aids.