Dat zei hij vrijdag aan het eind van een driedaags bezoek aan Nederland „om meer inzicht te krijgen in de chronologie in Amsterdam". Ibeanu toonde zich een goede gast, hij was in Nederland op uitnodiging van het ministerie van Buitenlandse Zaken en was mild voor alle partijen die hij gesproken had.Hij zei wel dat de inspectiediensten het schip nooit had mogen laten vertrekken. „Uit angst voor claims en door onduidelijkheid in de regels hebben ze dat nagelaten". Met alle gevolgen vandien. De Probo Koala kon met zeer twijfelachtige lading aan boord vertrekken uit Amsterdam en via Estland, Nigeria en Togo werd het giftige spul uiteindelijk gedumpt in Ivoorkust. Met vijftien doden en meer dan 100.000 gewonden tot gevolg.

Ibeanu zou graag zien dat de Nederlandse en andere overheden strenger zijn voor bedrijven. „Bedrijven moeten weten dat ze niet boven de wet staan en dat zij de mensenrechten en het milieu moeten beschermen". Ook zou hij graag zien dat de Nederlandse regering hulp stuurt naar Ivoorkust. Ibeanu is daar dit jaar geweest en de sporen van de ramp zijn daar nog niet uitgewist, letterlijk en figuurlijk niet.

„De Nederlandse regering zou bijvoorbeeld te hulp kunnen schieten met technische kennis". In de drie dagen dat hij in Nederland was en met allerlei organisaties, het OM, de gemeente Amsterdam, mensen bij Trafigura en parlementsleden sprak, wist hij echter geen enkele keiharde toezegging binnen te halen. „Zo werkt het niet", zei hij diplomatiek.

Na zijn bezoek aan Ivoorkust is de zaak daar heropend maar leeft het gevoel „dat alleen de kleine visjes zijn aangepakt". Zijn eigen rapport wordt pas eind zomer volgend jaar openbaar en in Amsterdam begint in 2009 de rechtszaak tegen Trafigura, die de Probo Koala inhuurde, de kapitein van het schip, de gemeente Amsterdam, afvalverwerker APS en de oud–directeur van dat bedrijf.