„Het is niet mijn verantwoordelijkheid”
Als de medewerkers van Loesje zich persoonlijk zouden verantwoorden voor hun slogans zou dat verwarring geven, zegt parttime beroepskracht Judith. „We besluiten gezamenlijk of iets wel of niet kan, maar de motivatie verschilt.”
Ze studeerde journalistiek, heeft een rooms-katholieke achtergrond en komt uit België. Veel meer wil Judith -„geen achternaam!”- over zichzelf niet kwijt. Begonnen als Europees vrijwilliger behoort ze inmiddels tot de vijf parttime beroepskrachten van Loesje. „Van vrienden kreeg ik wel eens een kaartje met zo’n slogan”, zegt ze in het hoofdkwartier in Arnhem. „Het intrigeerde mij wat daar achter zat.”De waarden waarvoor Loesje staat -onafhankelijk, areligieus, seksueel vrij, solidair en antiautoritair- spreken haar aan. Tegelijkertijd verzorgt ze workshops creatief schrijven voor een commercieel bedrijf als Heineken en een natuurlijke tegenpool waarop Loesje meerdere keren haar pijlen richtte, de IND.
Een merkwaardige tijdsbesteding voor een activistisch type.
„Binnen Loesje ligt het inderdaad verdeeld. Ik heb voordat ik naar de IND ging wel laten weten dat ik me meestal niet in zijn beleid kan vinden. In een voorgesprek zei een medewerker: We hebben inderdaad fouten gemaakt, we zullen laten zien dat het ook anders kan. In zo’n geval voel ik me vrij, ik zie IND-medewerkers niet op voorhand als slechteriken. Ik benader ze liever als gewone mensen.”
Loesjemedewerkers treden zelden met voor- en achternaam naar buiten. Is dat niet laf?
„Dat kun je zo niet zeggen. Als mensen ons ter verantwoording roepen, gaan we daar als Loesje altijd op in. Bij het afhandelen van klachten geef ik best wel eens mijn persoonlijke mening. Maar dan onderteken ik met Judith, ik zie niet in wat het toevoegt als ik mijn achternaam gebruik.
Als de medewerkers van Loesje zich persoonlijk zouden verantwoorden voor hun slogans zou dat bovendien verwarring geven. We besluiten gezamenlijk of iets wel of niet kan, maar qua motivatie zitten we niet altijd op één lijn.”
Een deel van jullie kritiek richt zich tegen concrete personen zoals Verdonk en Wilders. Je opponenten hebben toch het recht te weten door wie ze precies worden bekritiseerd?”
„De kracht van Loesje ligt voor een deel in het ongrijpbare imago. We willen graag dat dit zo blijft. Los daarvan nemen wij niet zozeer specifieke personen op de korrel. Posters over Verdonk en Wilders zijn meer op hun achterban, hun potentiële stemmers gericht.”
Sommige posters zijn voor veel christenen beledigend. Wat hebben jullie tegen het christendom?
„Echt helemaal niets, we zijn areligieus, niet antireligieus.”
Een van jullie slogans luidt: ”Stel, er is geen verlosser.” Typeer zo’n poster eens?
„Mij lijkt dat gewoon een prikkelende manier om mensen aan het denken te zetten. Je daagt iemand uit om op een rij te zetten hoe zeker hij is van waarin hij gelooft.”
Rond tweede paasdag 2006 verspreidden jullie een poster met de tekst ”Jezus hangt nog”, aangevuld met een krachtterm. Zelfs Loesje moet toch inzien hoe kwetsend dat is?
„Dat is nu typisch zo’n slogan waarover we intern verdeeld zijn. Er waren zeker medewerkers die vonden dat dit niet kon.”
En u?
„Tijdens de discussie zei iemand: Waarom is voor gelovigen het kruis zo belangrijk? Waarom kiezen ze geen vredesduif, of een symbool dat is ontleend aan de verrijzenis? Ik heb me vanuit mijn achtergrond ook wel eens afgevraagd hoe je daar tegenaan moet kijken. Als je die vraag via een prikkelende poster aan een breder publiek wil voorleggen, vind ik dat dit wel kan.”
En het antwoord?
„Ik heb me er later nooit meer mee beziggehouden. Hoe iemand onze teksten opvat, is niet mijn verantwoordelijkheid.”