Spin en Jumbo in de polder
De luchtvaart in Nederland bestaat bijna honderd jaar. Aviodrome vijf jaar. Een plek „voor vliegtuigen die geschiedenis maakten.”
„Even een vliegtuig redden.” Peter van de Noort knoopt zijn jasje dicht en stapt naar buiten, de bulderende wind in. Samen met enkele collega’s trekt hij even later aan de De Havilland C20 Dove van Martin’s Air Charter, de voorloper van Martinair. De staart van het toestel is beschadigd door een klapperende rotor van een helikopter die iets te dichtbij stond.
„Zoiets heb ik in die vijf jaar nog nooit meegemaakt”, zegt Van de Noort als hij met verwaaide haren terugkeert uit de storm. En dat terwijl de manager collectie en expositie van het Nationaal Luchtvaart-Themapark Aviodrome in de afgelopen tijd al heel wat voor de kiezen kreeg. Deze week was het exact vijf jaar geleden dat het Aviodrome zijn poorten opende aan de Pelikaanweg in Lelystad.
De verhuizing van Schiphol (Aviodome) naar de Flevopolder (Aviodrome) was noodzakelijk, stelt Van de Noort. „Uitbreiden op Schiphol kon niet en echt vliegen was niet mogelijk.” Lelystad Airport, pal naast het Aviodrome, biedt wel de mogelijkheid om het luchtruim te kiezen. „Voor 49 euro laten we mensen de dynamiek van het vliegen ervaren.”
Trots van de expositie zijn de Lockheed Constellation -bijnaam Connie- en een complete Boeing 747 Jumbojet in de kleuren van de KLM. Gekocht voor 1 euro van de nationale luchtvaartmaatschappij. Omdat de Jumbojet niet op Lelystad kon landen moest het Aviodrome zelf voor het vervoer zorgen.
In december 2004 verhuisde het 70 meter lange gevaarte over het water dwars door Amsterdam en de Randmeren naar zijn definitieve plek in de polder. Staart en vleugels waren er op Schiphol afgehaald en werden er in Lelystad weer aangezet.
Nu dient de PH-BUK niet alleen als museumstuk, maar ook als vergaderlocatie. „In december hangen we er allemaal ledlampjes aan. De contouren van het vliegtuig zijn dan in het donker vanaf de snelweg A6 te zien.”
Fokker
De eerste succesvolle vliegtuigbouwer ter wereld was een Nederlander, Anthony Fokker. Met zijn eerste vliegtuigje, dat hij in 1910 ontwierp en construeerde, de Spin, vloog hij op 31 augustus 1911 als 21-jarige boven het centrum van zijn woonplaats Haarlem. De originele Spin is in het Aviodrome te zien. Van de Noort: „Het is een van de oudste vliegtuigen ter wereld.”
In 1912 begon Fokker een vliegtuigfabriek en hielp daarmee tijdens de Eerste Wereldoorlog de Duitsers aan een overwicht in de lucht. Later bouwde Fokker passagiersvliegtuigen. De in 1919 opgerichte KLM was een van de afnemers.
Met de Fokker F2, „het eerste echte passagiersvliegtuig”, vloog de KLM naar Londen. „Het is een soort koets met vleugels”, laat Van de Noort zien. „De piloot zat buiten en vier passagiers zaten binnen. Moest er iemand plassen dan drukte hij een briefje tegen het raam en landde de piloot ergens in België.”
Met de Fokker F7 ging het naar Indië. „Tegenwoordig vlieg je er in acht uur op 12 kilometer hoogte naartoe, maar toen duurde die reis tien dagen. Omdat het toestel op maar 200 meter hoogte vloog, kon je onderweg alles goed zien, zoals de piramides. Als iemand luchtziek werd, deed hij gewoon het raampje een stukje open.”
Tegen 1930 was Fokker, met vestigingen in Amsterdam en de Verenigde Staten, zelfs even de belangrijkste vliegtuigfabrikant ter wereld. In december 1933 maakte de KLM met de Fokker F18 ”Pelikaan” een snelle vlucht met de kerstpost naar Oost-Indië: in vier dagen heen en -net op tijd voor oudejaarsavond- in vier dagen ook weer terug.
Een jaar later was de Fokker F18 ”Snip” van de KLM het allereerste Nederlandse vliegtuig dat de Atlantische Oceaan overstak naar de Nederlandse Antillen en Suriname.
Na de Tweede Wereldoorlog bouwde Fokker succesvol aan onder andere de F27, de F50, F70 en de F100. Na te zijn overgenomen door het Duitse DASA ging Fokker in 1996 failliet.
DC8
De oudste nog vliegende Fokker F27 ”Friendship” is in bezit van het Aviodrome. „Heel graag” zou Van de Noort een Fokker F28 ”Fellowship” aan zijn collectie toevoegen. „Daar vliegen er nog maar enkele exemplaren van in de wereld.”
Ook een Douglas DC8 van de KLM staat op zijn verlanglijstje. „Het allereerste straalverkeersvliegtuig in Nederland. Dat bracht in de jaren zestig een enorme verandering. Grote groepen mensen konden toen op vakantie of op zakenreis.”
Het Aviodrome moet nog meer een plek worden waar „vliegtuigen die geschiedenis maakten” zijn te zien. „Tussen de Lockheed Constellation uit de jaren veertig en de Jumbo van de jaren tachtig zit nog een gat. Het moet mogelijk zijn om dat gat op te vullen met de nog ontbrekende vliegtuigen.” Mooi cadeautje voor het jaar waarin de luchtvaart in Nederland zijn eeuwfeest viert.
Meer informatie: www.aviodrome.nl.
Lambert
De allereerste keer dat in Nederland een vliegtuig opsteeg was op 27 juni 1909. Duizenden mensen kwamen op dit spektakel op de Klappenbergse Heide bij Etten-Leur af.
Bijna zes jaar eerder, op 17 december 1903, schreven de gebroeders Wright geschiedenis door als allereerste mensen te vliegen. Ze deden dat in de buurt van het plaatsje Kitty Hawk in de Amerikaanse staat North Carolina.
De Franse graaf Charles de Lambert koos het luchtruim boven Etten-Leur in een Wright Flyer op uitnodiging van suikerbaron Heerma van Voss die ter gelegenheid van het veertigjarig bestaan van zijn fabriek iets wilde laten zien wat nog nooit was vertoond. Graaf De Lambert bleef ongeveer 3,5 minuut in de lucht.
De stichting 100 jaar Luchtvaart Nederland wil de herdenking volgend jaar juni groots vieren. Het vuistdikke boek ”100 jaar vliegen voorbij” ligt binnenkort in de winkels. Alles wordt in het werk gesteld om de enige nog vliegende replica ter wereld van de Wright Flyer op 19 en 20 juni 2009 te laten vliegen tijdens de Open Dagen van de Koninklijke Luchtmacht in Volkel.
Verder wordt in juni 2009 een poging gedaan om met het grootste luchtvaartdefilé van historische en moderne vliegtuigen ooit boven Nederland in het Guinness Book of Records te komen.
Meer informatie: www.100jaarluchtvaart.org.
Postma
In de replica van het Schipholgebouw uit 1928 op Aviodrome opent Martin Schröder, oprichter van Martinair, volgende week donderdag de expositie ”100 jaar Luchtvaart in Nederland” met werken van luchtvaartschilder Thijs Postma.
Met recht mag Postma (75) zich een autoriteit noemen als het gaat om de geschiedenis van de luchtvaart. Hij werkte mee aan ruim 4000 boeken en heeft meer dan 1 miljoen schilderijen, etsen en foto’s in huis.
Postma: „Mijn fascinatie voor luchtvaart begon op 10 mei 1940, toen ik als zesjarige jongen met mijn vader op het dak van ons huis naar de luchtgevechten rond Schiphol keek. In de oorlog zag ik massa’s vliegtuigen, maar altijd op een afstand. In 1945, na de oorlog, werd er op de Dam in Amsterdam een tentoonstelling gehouden van geallieerde gevechtsvliegtuigen. Eindelijk kon ik deze fascinerende machines van dichtbij bekijken en aanraken.”
Later werd Postma zelfstandig ontwerper en illustrator. Zijn eerste grote opdracht uit de luchtvaartwereld was het ontwerpen van de huisstijl voor Martinair (toen nog Martin’s Air Charter). „Het was een geweldige ervaring om vliegtuigen te zien vliegen met mijn ontwerp erop.”
Postma zegt waardering te hebben voor de functionaliteit van de vorm van een vliegtuig. „Alles heeft een functie, dat maakt het mooi.” Tegelijk moet hem van het hart dat hij meer heeft met vliegtuigen van rond de Tweede Wereldoorlog dan met de kisten van nu. „Dat zijn allemaal dezelfde kachelpijpen.”
Meer informatie: www.thijspostmaaviaton.nl.