„Maatschappelijk stage verbreedt blik leerling”
Maatschappelijke stages zoals de overheid die wil, zijn niet te realiseren, vindt een schoolleider. Ze zijn waardevol voor de leerlingen, zegt een onderwijsadviseur. Beide meningen klonken woensdag tijdens een congres voor havo/vwo-directieleden in Bussum.
Vanaf 2011 moeten alle leerlingen in het voortgezet onderwijs 72 uur onbetaald vrijwilligerswerk doen onder verantwoordelijkheid van de school. „Zo verbreden ze hun blik en leren ze verantwoordelijkheid dragen, terwijl ze tegelijkertijd een bijdrage leveren aan de samenleving”, hield drs. M. Bruning-Hofland, programmamanager maatschappelijke stage bij onderwijsadviesbureau CPS, de congresgangers voor.De jongeren leren zich op vrijwillige basis in te zetten voor hun medeburgers en moeten zich meer betrokken gaan voelen bij de samenleving.
Oorspronkelijk wilde het kabinet dat de jongeren drie maanden lang vijf dagen per week op stage zouden gaan, maar dat plan is vorig jaar afgezwakt.
Bruning beklemtoonde de waarde van de stages voor de leerlingen. Inmiddels zijn bijna 60.000 leerlingen van 269 scholen betrokken bij een van de twintig proefprojecten, waarin per regio bekeken wordt hoe de stages te realiseren zijn. Voorlopig beperken de betrokken leerlingen zich tot een stage van dertig uur.
De scholen krijgen er 28 euro per leerling voor en er gaat ook geld naar de gemeenten, die verantwoordelijk zijn voor het bij elkaar brengen van leerlingen en stageplaatsen. Dit schooljaar krijgen scholen 27 miljoen euro voor het opzetten van de stages en volgend cursusjaar 45 miljoen.
„De stages gaan de school veel geld kosten”, vond de Lelystadse docent R. Hoffman. „Waar houdt de opvoeding op en begint de taak van de school?”
„In de regio Rotterdam zouden we niet weten hoe we voor alle leerlingen een stageplaats moeten vinden”, zei W. P. Littooij, voorzitter van de raad van bestuur van het Christelijk Voortgezet Onderwijs (CVO) in Rotterdam
PvdA-Kamerlid Dijsselbloem, vorig jaar voorzitter van de parlementaire onderzoekscommissie onderwijsvernieuwingen, zei bij de verschijning van het commissierapport in februari dit jaar dat het stageplan alle kenmerken van de omstreden vernieuwingen in de jaren negentig draagt: zo is de stage bedacht vanuit een ideologie, kan hij rekenen op brede politieke steun en werd hij afgesproken in het regeerakkoord.
Gisteren zei Dijsselbloem „heel kritisch” geweest te zijn over de passage over dit onderwerp in het regeerakkoord. „Inmiddels is het plan aangepast. Wellicht is er nog zo’n versoepeling nodig. Ik ben erg voor de maatschappelijke stage, maar we moeten ons afvragen of deze verplicht moet zijn.”
Forumlid Hoffman, lid van de commissie-Rinnooy Kan die het kabinet moest adviseren over het lerarentekort en de kwaliteit van het leraarschap, bespeurt „nieuw elan” in het onderwijs. Docenten verdienen meer en dragen een positiever beeld van hun beroep over op jongeren. Het aantal inschrijvingen voor de lerarenopleidingen neemt toe. „En het aantal zijinstromers ook, als de economische crisis doorzet.”