Zuid-Korea en Japan beste van de klas
Zuid-Korea heeft het meest effectieve onderwijssysteem van alle rijke landen in de wereld. Japan bezet de tweede plaats. De VS en Duitsland staan onder aan de door Unicef opgestelde lijst.
De ranglijst verschaft voor het eerst een grootschalige vergelijking van de relatieve doeltreffendheid van onderwijssystemen in de ontwikkelde landen.
„Het rapport is niet gebaseerd op de traditionele maatstaven die berekenen hoeveel studenten een bepaald niveau van opleiding hebben gehaald, maar op wat studenten daadwerkelijk weten en waartoe ze in staat zijn”, aldus Unicef. De studie van Unicef is gebaseerd op vijf verschillende tests onder 14- en 15-jarigen. Daarbij werd hun bekwaamheid op het gebied van lezen, wiskunde en wetenschap gepeild.
Het nieuwe aan de studie is dat een gemiddelde van een heleboel afzonderlijke resultaten wordt gepresenteerd. Zo kan „een allesomvattend beeld gegeven worden van hoe goed of hoe slecht het onderwijssysteem in zijn geheel functioneert.”
„De blaam of de lof gaat dus niet exclusief naar de scholen in een land”, aldus de studie. „Het is duidelijk dat een educatieve achterstand niet op school wordt gekweekt maar thuis. Leren begint vanaf de geboorte en kan gevoed worden door een toegewijde, veilige en stimulerende omgeving.”
Volgens Unicef-woordvoerder Patrick McCormick kan het rapport over een aantal factoren geen uitsluitsel geven. Sommige landen gaven minder geld uit, maar presteerden beter. De studie gaat ook niet in op de vraag of de extreme wedijver een bepalende factor was bij de sterke Japanse en Koreaanse resultaten.
„Bepaalde vraagstukken konden door de informatie uit de gegevens niet worden opgelost. Maar het belangrijkste element is ongetwijfeld de socio-economische achtergrond van het kind en de opleidingsgraad van zijn ouders”, aldus McCormick.
Zuid-Korea en Japan zijn afgetekend de beste van de klas. Duitsland, met zijn sterke educatieve en intellectuele traditie, bezet slechts de negentiende plaats, net achter de Verenigde Staten op achttien. Duitsland valt op doordat het de kinderen al op vroege leeftijd verdeelt in toegepaste studierichtingen voor hoofd- en handarbeiders. De vraag van de Duitse arbeidsmarkt naar specifieke kwaliteiten houdt in dat de richting waarin een kind terechtkomt, het latere leven in sterke mate kan bepalen.
De studie merkt voorts op dat Korea bij twee belangrijke tests bovenaan eindigde en dat Portugal in beide tests slecht scoorde, maar dat de rangschikking daartussen sterk varieert. Duitsland en Denemarken eindigden in de onderste helft voor zowel de leestests als de wiskundeproeven, maar scoorden goed in een aparte evaluatie die de geletterdheid bij volwassenen peilde. Dit illustreert tot tweemaal toe het gevaar van een oordeel op basis van slechts één studie.
In een leestest eindigden België en Zwitserland respectievelijk op de negentiende en twintigste plaats, terwijl België voor een wiskunde- en wetenschapstest op de derde plaats kwam en Zwitserland vijfde werd. De Verenigde Staten scoorden laag in elke test, ook bij de evaluatie van geletterdheid bij volwassenen.
Er werd in de studie geen poging ondernomen om een oplossing te bieden voor de lage score van de VS. „Het is aan hen om deze feiten op te pikken en er iets mee te doen”, aldus McCormick. „Het is zo’n soort land: landen die economisch heel erg divers zijn, met een grote immigrantenpopulatie, met een grote verhuizingsgraad en een enorme kloof tussen arm en rijk, zullen deze resultaten waarschijnlijk zelf ook kunnen aantonen.”