De Noorse onderminister van Buitenlandse Zaken Vidar Helgesen zei dat tussen de 60 en de 70 miljoen euro is beloofd, met mogelijk meer op een vervolgbijeenkomst volgend jaar in Japan. Helgesen wilde niet zeggen welke landen toezeggingen hadden gedaan, maar de Britse vertegenwoordigster Clare Short zei dat haar land 2,6 miljoen pond (4,1 miljoen euro) in het vooruitzicht had gesteld.

De afgevaardigden namen een resolutie aan die door de beide partijen op Sri Lanka was opgesteld en die door ongeveer twintig landen werd ondertekend. In het document worden de partijen ertoe opgeroepen „zonder geweld de moeilijkste politieke vraagstukken op te lossen teneinde een duurzame regeling tot stand te brengen.”

Terwijl verscheidene delegaties de nadruk legden op het belang van vrede, eisten de Verenigde Staten dat de rebellen, die verantwoordelijk worden gesteld voor ten minste 160 bomaanslagen, geweld en terreur afzweren. De Amerikaanse onderminister van Buitenlandse Zaken Richard Armitage legde er de nadruk op dat de VS het standpunt huldigen dat „de tactiek van terrorisme nooit mag worden gebruikt om bepaalde aspiraties te verwezenlijken.”

De Srilankaanse premier, Ranil Wickremesinghe, en een van de leiders van de Tamil-rebellen, Anton Balasingham, voerden zondag in Oslo besprekingen met elkaar. Het was voor het eerst dat de strijdende partijen op zo hoog niveau contact hadden.

De Tamil-rebellen, die in 1983 begonnen met hun strijd voor een eigen land, hebben in eerdere besprekingen laten weten dat zij bereid zijn genoegen te nemen met autonomie. Het laten vallen van de eis van volledige onafhankelijkheid wordt gezien als een belangrijke stap vooruit in het vredesproces.