Mosselvissers vrezen teloorgang branche
Als de Raad van State de staatssecretaris van Visserij zijn zin geeft met een visverbod op mosselzaad op droogvallende platen in de Waddenzee, kan de Nederlandse mosselbranche wel eens teloorgaan.
Die noodkreet uitte H. van Geesbergen van de producenten van mosselzaad (CPO) maandag bij de Raad van State. Het rechtscollege behandelde een in 2000 uitgevaardigd visverbod. De staatssecretaris van Visserij weigerde in dat jaar de mosselvissers van de CPO toestemming te geven om 50.000 ton mosselzaad op droogvallende platen zoals de Kromme Balg, Wierumer Wad, de bank bij Oostmeep en Eilander Balg op te vissen.
Volgens de CPO lapt de staatssecretaris de regels in een beleidsbesluit over de mosselsector aan zijn laars. Volgens dat besluit hebben de mosselvissers het recht om gemiddeld 400.000 ton mosselzaad per jaar in de Waddenzee op te vissen. Als er in de zee niet voldoende mosselzaad voorhanden is, mogen de vissers op een aantal niet-beschermde droogvallende platen vissen, althans, dat dacht de CPO.
Maar tot grote ontsteltenis van de vissers verbood staatssecretaris ook het vissen op platen met „zich ontwikkelende mosselbanken”, dat zijn mosselbanken met nul- en eenjarig mosselzaad. De staatssecretaris wil vissen alleen toestaan op platen waar slechts „nuljarig zaad” aanwezig is.
Maar volgens CPO-secretaris Van Geesbergen is het niet eerlijk om opeens een onderscheid te maken tussen „zich ontwikkelende mosselbanken” en „bestaande mosselbanken.” De CPO wil de oudere, bestaande mosselbanken in de Waddenzee ontzien, maar vindt het onaanvaardbaar om het met eenjarige mossels vermengde nuljarige zaad te laten liggen. „Als we dat eerder hadden geweten, hadden we wel bij de Tweede Kamer aan de bel getrokken”, zei Van Geesbergen.
Mocht de Waddenzee steeds meer voor de mosselvissers worden afgesloten, dan is het uiteindelijk „einde verhaal” voor de mosselkweek in Nederland, vreest Van Geesbergen.
Uitspraak volgt over enkele weken.