Kerk & religie

Van balling tot gesettelde burger

Van ballingen tot gesettelde burgers in Nederland. De Molukse Evangelische Kerk (GIM) bestaat deze week vijftig jaar. De herdenking vindt plaats in alle soberheid, zegt GIM-voorzitter ds. J. Rutumalessy. De conflicten op de Molukken, waarbij duizenden slachtoffers vielen, werpen nog steeds een schaduw over de Molukse kerk in Nederland.

K. van der Zwaag
26 November 2002 09:04Gewijzigd op 13 November 2020 23:58
UTRECHT - Ds. J. Rutumalessy (l.) en J. Lawalata. „De Molukse kerk op Ambon is zwaar getroffen. Ruim 200 gemeenten zijn van de aardbodem verdwenen.” - Foto RD, Henk Visscher
UTRECHT - Ds. J. Rutumalessy (l.) en J. Lawalata. „De Molukse kerk op Ambon is zwaar getroffen. Ruim 200 gemeenten zijn van de aardbodem verdwenen.” - Foto RD, Henk Visscher

Een dienstbevel in 1951 bracht 4000 Molukse militairen van het Koninklijk Nederlands-Indisch Leger (KNIL) met hun gezinnen naar ons land. Het was de bedoeling dat ze maar enkele weken in Nederland zouden blijven, om daarna naar de Vrije Republiek der Zuid-Molukken (RMS) terug te keren. De Indonesische regering drukte het streven naar zo’n staat met geweld de kop in, waardoor de Molukkers noodgedwongen in Nederland moesten blijven. Eerst in aparte wijken -soms met slagboom- later in gewone woonwijken.

Van de in Nederland verblijvende Molukkers was 90 procent christen. Zij hadden vijftig jaar geleden het liefst een classis gevormd van de Molukse Protestantse Kerk (GPM) op Ambon. Dit was echter niet mogelijk, omdat volgens de kerkorde buiten de Molukken geen GPM bestaat. De moederkerk adviseerde de militairen gastlid te worden van de Nederlandse Hervormde Kerk. De kerkelijke leiders wezen deze optie af. Op 25 november 1952 ontstond, zonder toestemming van de moederkerk, de Geredja Indjili Maluku (GIM).

Verdeeldheid bleef de GIM niet bespaard. Is de Molukse Protestantse Kerk op Ambon nog steeds ongedeeld, in Nederland ontstond naast de GIM al snel een verband van noodgemeenten, die geen zelfstandige kerk in Nederland wilden stichten. Zij hielden vast aan het ideaal om een classis van de moederkerk op Ambon te worden. Dit verband viel naderhand echter weer uiteen. Daarnaast ontstond een nog veel groter aantal zelfstandige gemeenten.

Uiteenlopende politieke inzichten zouden een belangrijke oorzaak van de verdeeldheid vormen. Ds. Rutumalessy ontkent dit. Hij ziet vooral persoonlijke redenen als oorzaak van deze verdeeldheid: voorgangers die niet overweg konden met anderen. „Met de leer had het in ieder geval niets te maken. De verbondenheid met de RMS ligt verdeeld, maar is geen punt van verwijdering. Elk jaar vieren velen de oprichting van de RMS, maar anderen voelen zich steeds meer wereldburger. De kerk moet boven alle politieke partijen staan.”

De droom van één Molukse kerk in Nederland kwam eind jaren tachtig op. De Molukse gemeenschap zag in dat door samenwerking haar plaats in de moderne samenleving sterker zou worden. De plannen voor een eigen kerkelijk centrum zorgden voor een extra impuls richting eenheid. Het Moluks Kerkelijk Centrum (MKC) in Houten is een gezamenlijk project van vijf kerken, die aangesloten zijn bij de Kerkvoogdijraad Molukse Kerken (KVR). In het jubileumjaar wil men dit centrum gaan gebruiken voor allerlei activiteiten, onder meer voor de uitbouw van het Moluks Theologisch Instituut. De Molukse kerken wachten met smart op de 50 miljoen gulden die ze eertijds verloren hebben in een beleggingsfraudezaak, die na lang touwtrekken echter in hun voordeel is beslecht.

De relatie met de moederkerk op Ambon is weer hersteld. Familiebanden over en weer zorgen voor een nauwe relatie en ook voor financiële steun vanuit Nederland. De GIM was lid van de Internationale Raad van Christelijke Kerken (ICCC), maar heeft daarvoor bedankt sinds na het overlijden van dr. Carl McIntyre de organisatie „niets meer voorstelt”, aldus ds. Rutumalessy. De GIM is sinds twee weken lid van de Raad van Kerken in Nederland.

Het aantal leden van de GIM ligt tussen de 25.000 en 30.000, verdeeld over 65 gemeenten, die gediend worden door dertig predikanten. Het ledental is de laatste jaren flink afgenomen vanwege de geringe natuurlijke aanwas in Molukse kringen. Gezinnen zijn over het algemeen veel kleiner dan een aantal decennia geleden. Volgens ds. Rutumalessy is het aantal jongeren dat in gemeenten participeert groot.

De conflicten van de afgelopen jaren tussen christenen en moslims hebben de Molukkers in Nederland diep geraakt. Door de vele familiebanden op Ambon was er intens meeleven. J. Lawalata, voorzitter van het lustrumcomité 50 jaar GIM: „Honderden jaren hebben beide geloofsgemeenschappen op de Molukken vreedzaam samengewoond. Ik vergeet nooit het telefoontje op oudejaarsdag 1998 naar de familie op Ambon. Ik wilde een goed nieuwjaar toewensen, zoals we altijd deden. Toen hoorde ik van de familie dat er een oproep gedaan werd om rijst en ander voedsel in te slaan vanwege de komst van islamitische fundamentalisten.”

De onlusten begonnen inderdaad in het voorjaar van 1999. Het aantal slachtoffers op de Molukken is tot op heden onmogelijk te schatten, maar ligt ergens tussen de 20.000 en 50.000. Schattingen zijn moeilijk, omdat doden op de Molukken dezelfde dag worden begraven, zegt Lawalata.

Ds. Rutumalessy is er stellig van overtuigd dat het conflict vanbuiten is gekomen. „Fundamentalisten willen van Indonesië een islamitische staat maken. Hun optreden leidt tot een godsdienstig conflict, wat het eigenlijk niet is. Het is een puur politiek conflict. Christenen en moslims hebben op de Molukken elkaar voorheen zelfs geholpen met de bouw van kerk en moskee.”

Volgens ds. Rutumalessy ligt de schuld bij Jakarta. „Onder de dictatuur van Suharto was alles pais en vree, maar onder Habibi verdween alle discipline en gezag en kregen de fundamentalisten gelegenheid voor hun activiteiten. Ook het leger, dat hoofdzakelijk bestaat uit moslims, heeft een kwalijke rol gespeeld.”

Lawalata is blij dat het overgrote deel van de Laskar Jihad-strijders nu vertrokken is. Beide Molukkers weten van verzoeningsgerichte activiteiten op Ambon. Of daarin enig optimisme te bespeuren valt? Ds. Rutumalessy: „Als kerk moet je optimistisch zijn. Dat neemt niet weg dat de Molukse kerk op Ambon zwaar is getroffen. Ruim 200 gemeenten zijn van de aardbodem verdwenen. Evenzoveel predikanten hebben geen inkomen en zijn gevlucht naar overige delen van Indonesië. Hele dorpen zijn weggevaagd.”

Lawalata spreekt er zijn teleurstelling over uit dat Nederland zo weinig aandacht heeft voor het geweld op de Molukken. „Door de bomaanslag op Bali is er wel ineens veel aandacht voor het moslimfundamentalisme en ook na 11 september 2001 zijn de dingen in een ander daglicht komen te staan. De Molukken zijn kennelijk niet zo interessant. Vergeet echter niet dat de Molukken met hun 1 miljoen christenen een christelijk bolwerk in Indonesië zijn. Als je die treft, tref je heel Indonesië.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer